marjori.reismee.nl

Het zaadje Iran

Twee jaar geleden is er bij mij een zaadje geplant. Aan de bar in Alaska ontmoette ik een man uit Iran, Shahab. We raakten aan de praat en hij vertelde me over zijn land. Ik had eigenlijk nog nooit eerder iemand uit Iran ontmoet. Enthousiast vertelde hij over de mooie natuur, het lekkere eten en de lieve mensen. Aan de bar daar in Alaska probeerden we verschillende soorten Alaskaanse biertjes. Ergens toch jammer dat het gewoon legaal is hier, zei hij me, dat maakt het toch minder spannend. Hij vertelde hoe hij en zijn vrienden soms stiekem aan alcohol kwamen. Een keer is hij opgepakt met alcohol, een volgende keer zouden 30 zweepslagen volgen. Ja, hij vertelde ook over de dingen die bij ons in het Westen beter bekend zijn; de islamitische regels, verschillen tussen man en vrouw. Het was allemaal niet zo erg als ze op de televisie laten zien, verzekerde hij me. En dat goddelijke eten, die mooie moskeeën, je moet het echt zelf komen proeven en bewonderen. Je zal versteld staan van de gastvrijheid!

Volgende week is het zover, het zaadje zal zich ontkiemen in een reis naar Iran, alleen. Maar alleen zal ik nooit zijn vertelde Shahab, iedereen zal geïnteresseerd in je zijn en hun Iran willen laten zien.In Nederland vragen mensen zich af waarom. Waarom zou je naar een land willen met alleen maar fanatieke moslims, waar vrouwen onderdrukt worden, ze een hekel hebben aan het Westen, en waarom juist in deze roerige tijden? Misschien anders dan anderen, maar ik ben niet bang voor het onbekende. Ik wil me niet laten leiden door angstgevoelens, maar juist geprikkeld worden door mijn nieuwsgierigheid. Ik wil de wereld met mijn eigen ogen zien en me niet laten vertellen hoe de wereld eruit ziet. Dan zal ik zien dat de bevolking niet alleen maar uit fanatieke moslims bestaat en ze niet alle Amerikanen dood willen hebben.

Natuurlijk, ik moet niet gaan doen of het allemaal koek en ei is. Mensenrechten worden op grote schaal geschonden. Geïnspireerd hierdoor ben ik vorige week donateur geworden van Amnesty International, ja, bij zo’n irritante, of nou gewoon hele goede overtuigende straatverkoper, toen ik kleding kocht voor Iran. Want ja, reizen in Iran vergt iets meer voorbereiding en aanpassing dan ik normaal gesproken doe. Dat betekent dat ik ruimzittende kleding moet dragen en off course een hoofddoek. Het staat me nog ook, geen wonder dat men in Nederland altijd vraagt waar ik vandaan kom en verbaasd zijn met mijn antwoord. Helemaal Nederlands? Mama is bang dat ze me straks daar nog houden, en opperde of ik niet beter mijn haar kan blonderen, dan zien ze dat je een buitenlander bent! Mam, dat zullen ze heus wel zien, een vrouw alleen op straat? Dat zijn ze toch niet gewend?

Volgende week rond dit tijdstip kom ik aan, in een vreemd land waar ik de taal niet spreek. Ik ga met een taxi naar een adres van iemand die ik ken van couchsurfing. Als het goed is overnacht ik daar twee nachten, in Teheran. Ik heb verder een beetje een planning gemaakt, meer dan ik normaal doe, om te kijken of het wil passen in drie weken tijd. ‘Niks geboekt?’ vroeg een collega mij angstig. Je weet nooit wat er op je pad komt, je leven kan je niet plannen. Ja, misschien die ene camping in Frankrijk waar die collega elk jaar naar toe gaat?
Misschien dat ik mijn reisverhalen via dit kanaal bijhoud en breng ik Iran een stukje dichterbij.

Bocas del Toro

Samen met Debbie stapte ik een busje in, richting Bocas del Toro. Het was een mooie tocht van zo'n drie uur. Bij het eindpunt moesten we over op een taxi die ons naar het haventje bracht voor de watertaxi. Hier betaalden we onze watertaxi naar het hoofdeiland. De tassen van de vrouwen werden door mannen in de boot getild. De mannelijke backpackers mochten dat zelf doen, maar aan ons werd vervolgens een tip gevraagd. Debbie vond het al zo seksistisch. Braaf kregen we reddingsvesten om en vertokken we in een simpel stalen bootje met zo'n vijftien man naar het hoofdeiland, Isla Colón. De tocht begon rustig. We vaarden door een stuk mangrove met aan weerszijde bouwvallige hutjes met poepdozen die op het water uitkwamen. Ohja, uitkijken waar je gaat zwemmen dus, voordat je niet snorkelt met exotische vissen maar met de drol van je buurman. Het was grijs weer en ik vond het er nog niet zo geweldig uitzien als dat iedereen me had verteld. Op een meer open stuk zee voerde de kapitein de snelheid op. We beukten over de golven. Debbie was de dag ervoor hard op haar stuitje gevallen dus die verging van de pijn, maar moest ook weer hard lachen. Het resultaat: twee hysterische meisjes voor in de boot, die bij elke golf elkaar vastklampten. En begon het ook nog te regenen. Na zo'n vijfentwintig minuten varen waren we, heelhuids, aangekomen bij Bocas del Toro Town.

Hier ging Debbie naar haar hostel die ze had gereserveerd. Ik ging door naar een ander eilandje, Isla Bastimentos, waar de twee Zweedse jongens zaten. Ik wachtte op meer mensen om de overtocht te maken,zodat ik geen privé prijs hoefde te betalen. Het regende, dus zo aantrekkelijk was het niet om te varen en nam ik uiteindelijk in mijn eentje een watertaxi na wat afdingen. Bij het hostel van de Jonas en Johan aangekomen, bleek die vol voor de komende drie dagen. Shit, hoezo moest ik andere backpackers nou weer volgen. Nooit eerder paste ik plannen aan voor andere backpackers en nu zie je wat er van komt. Gelukkig was er een hostel vijf minuten verderop. 's Avonds met Jonas en Johan bij een restaurant gegeten wat overduidelijk werd gerund door een Amerikaan ("oh my gosh, that is amaaazing"). Daarna een biertje gedaan bij hun hostel. Onderweg begon het weer keihard te regenen en haalden we vuiliniszakken die we als poncho droegen. Echt, ik heb nog nooit zoveel regen gezien/gevoeld. Tot laat in de hangmat gelegen en gefilosofeerd met Jonas. "Als je elke beroep zou kunnen kiezen, wat zou je kiezen?" Ik kon niets anders bedenken dan psycholoog. Weer een momentje van besef dat ik lekker bezig ben en precies daar ben waar ik wil zijn. Vervolgens kwam hij met natuurfotograaf. Ohja, natuurlijk, dat zou helemaal fantastisch zijn. Jonas bracht me terug naar mijn hostel, want ook al is het een klein eiland, en maar 5 minuten lopen, alleen lopen is geen goed idee. Het is zo'n groot verschil als ik met een man naast me loop. Dan is het niet constant gesis en de vraag of ze met je mee mogen. Je moest als man eens weten.

Isla Bastimentos ademt heel anders dan Isla Colón, laat staan de rest van Panama. Hier voel je echt de Afro-Caribbean vibe. Waar je in Isla Colón met name toeristen ziet rondlopen, zie je in Isla Bastimentos vooral locals. Dat maakte dit eiland voor mij ook veel leuker en interessanter. Old Bank, het meest toegankelijke dorpje van dit eiland bestaat uit een betonnen voetpad, auto's zijn er niet op het eiland. De locals zijn veel op straat, dansen, luisteren naar muziek en hangen een beetje rond. De mensen zijn veel donkerder van huidskleur en hebben hun eigen taaltje 'Gali-Gali', een bijzondere mix van Spaans en Engels. Het is er wel heel arm en overal zie je bordjes opdat men hun eigen troep opruimt, zodat het eiland aantrekkelijk blijft voor toeristen. Het eiland kan de toeristenstroom denk ik eigenlijk niet aan, zoveel afval op straat. Ook heel veel honden en katten. Ik kreeg nog een puppy aangeboden die ik heel enthousiast aaide, nog geen acht weken oud. 'Yes, you can keep him'. Vroeger deed ik altijd voorzichtig met dieren op straat vanwege rabiës, nu kan ik het gewoonweg niet weerstaan.

De volgende ochtend ben ik op mijn gemakje opgestaan, het is immers vakantie. Ik verzamelde wat informatie voor verschillende trips om te gaan snorkelen op verschillende locaties rond de eilandengroep. Zo kan je snorkelen in een Bat Cave en heb ik goede verhalen gehoord over het eiland Isla Zapatillos. Ik koos voor een snorkeltrip die je langs Isla Zapatillos brengt, Sloth Island en nog een mooi rif. Ik bracht Debbie op de hoogte, en zij stemde in om de volgende dag mee op trip te gaan. Vervolgens bracht ik een bezoekje aan een organic café voor een stukje huisgemaakte brownie. Na de extra energie vervolgde ik mijn wandeling naar Wizard Beach. Volgens de eigenaar van het café was het geen probleem en was het een half uurtje lopen, ik moest wel een stok meenemen want het kon wat modderig zijn. Van de Zweden had ik gehoord dat het best een lastige wandeling was, maar zij waren dan ook op hun slippers.

Het paadje liep langs een boerderij met kippetjes, hondjes en een paar kinderen buiten. Ik vroeg aan de kinderen hoe ik moest lopen voor Wizard beach en zij wezen een richting op. Heuvel af was het erg glad, maar ik had gelukkig mijn stok. Het paadje ging over in de jungle en liep langs een beekje. Of eigenlijk was het beekje het paadje. Zo was het wel goed te vinden, gewoon het water volgen en dan kom je wel uit bij het strand. Na ruim een half uur lopen door modder en water kwam ik uit bij het strand. Het water kolkte woest. Niet echt een zee om in te zwemmen dus, zeker niet gezien ik alleen was op het strand. Helemaal alleen. Toch best gaaf op zo'n eiland. Ruim voordat het donker werd keerde ik terug. Ik hoopte dat ik nog op tijd was om te gaan wakeboarden, zo rond 16 uur. Echter toen ik in het dorpje terug was, was het al 18 uur! Oh, toch een miscalculatie. Die avond bleef ik in het hostel en ontmoette ik een Nederlands meisje, die weer een paar dezelfde mensen kent als ik. Small world, after all.

De volgende ochtend kwam Debbie aan en gingen we op snorkeltrip. Yes! We waren met zes vrouwen, twee Frans sprekende Canadezen, twee Kiwi's en Debbie en ik.Het weer zat nog niet helemaal mee, bewolkt en het zag eruit alsof er regen in de lucht zat. Eerst vaarden we langs Sloth eiland, waar we twee sloths in bomen zagen. Ik had er eerder al eentje gezien van meer dichterbij, dus voor mij minder spannend. Daarna vaarden we door naar Isla Zapatillos. Tenminste, de kapitein stopte en vroeg hoe graag we naar het eiland wilden. De zee zag er nogal wild uit. 'Are you sure you want to go there?' Hij twijfelde of we dan nog wel terug zouden komen. Omdat we niet gelijk een tegengeluid gaven, besloot hij toch om door te gaan. Debbie kneep me nog iets harder in mijn hand. Ik stelde haar gerust en zei dat het vast wel meeviel. Ik hou van de zee, maar ook ik vond dit toch wel spannend. Uiteindelijk trotseerden we de hoge golven en kwamen we in de regen op Isla Zapatillos aan. Hier hadden we ruim tweeënhalf uur om het eiland te verkennen. Ik kende het eiland van foto's met een zee zo blauw dat jet het niet kan voorstellen. Wij zagen het in een grijze lucht met bijpassende kleur zee. Gekleed in poncho gingen we toch een wandeling aan. Debbie had haar GoPro weer mee en we hadden de grootste lol met onze fotoshoots. Zelfs in deze grijze lucht was het eigenlijk een prachtig gezicht. Ik vond een palmboom die haast horizontaal was gegroeid. Ja! Nu kan ik ook zo'n foto maken die op de voorkant van mijn Lonely Planet staat <3. Snorkelen zat er helaas niet in, daar was de zee te wild voor en bovendien zou je toch niet zoveel zien. Gelukkig was de zee niet te wild en konden we na een paar uur weer vertrekken. Op de weg terug gingen we snorkelen bij een mooi reef met weer allerlei soorten visjes. Debbie en ik deden weer een, wij dachten exotische fotoshoot, tot we de foto's terugzagen met onze ongemakkelijke ledematen spartelend in het water. Hadden we toch iets anders in onze gedachten. Na het snorkelen gingen we naar een bar op het water. Hier bestelden we een biertje en een alcoholvrije cocktail. Het zonnetje kwam een beetje door, heerlijk! Toch kan ik niet heel lang stil zitten en ging ik weer snorkelen. Ik dacht dat het leuk was om onder de mangrove door te snorkelen. Totdat ik vast zat en her en der een schram opliep. Terug bij de bar bloedde ik meer dan ik dacht. 'Oh my god MJ, what did you do? I really can't leave you alone without hurting yourself', zei de bezorgde Debbie. Ach, droogt wel weer. Terug naar het eiland kwamen we nog langs een rif met heel veel zeesterren.

De volgende ochtend scheen de zon. Wauw, het weer maakt toch een groot verschil. We besloten om met een bootje naar Red Frog beach te gaan. Een strand, gelegen op het zelfde eilandje, maar haast niet te voet te bereiken. Het was goed vertoeven op het strand, tussen de palmbomen. We haalden een verse kokosnoot, zo vers dat ze hem uit de boom haalden. Ik had nog een beetje rum bij me en zo had ik mijn eigen exotische cocktail, heerlijk! Pas aan het einde van de dag gingen we terug naar het hostel.

Inmiddels had ik drie nachten op Isla Bastimentos vertoefd en was ik wel toe aan iets anders. Ik besloot om die avond naar een andere plek te gaan. Debbie bleef nog in hetzelfde hostel. Ik deelde een watertaxi met een paar jongens die naar Aqualounge gingen. Ik had goede verhalen gehoord over deze club en besloot hen te joinen. Aqualounge is een club en hostel ineen en gelukkig hadden ze nog een slaapplek.Het was woensdagavond en ik was precies op de party avond beland. Vanavond: ladies' night. Ik bestelde wat avondeten en een biertje aan de bar. De mensen die er waren, kenden elkaar allemaal al, dus er waren alleen groepjes mensen. Ik socializede met de barmannen en wist al snel hun namen, die dit erg waardeerden. Ze lieten me alleen de eerste twee biertjes die ik bestelde betalen. Later volgde er nog gin-tonic en rum-cola en moest ladies night nog beginnen. Ik dacht dat ladies night alleen een paar gratis biertjes inhield, maar je kon alles bestelde wat je wilde. Ik beleefde nog plezier aan de schommel boven het water. Verder, laat ik zeggen dat Ladies' night mij toch te heftig was, dit merkte ik vooral de ochtend erna. Iedereen was wel heel lief en bekommerd. 'MJ! How do you feel?!' Eigenlijk wilde ik uitchecken, maar ik kon in de ochtend niets anders dan in de hangmat liggen. Later probeerde ik nog de slackline uit, die boven het water was gespannen. Wel verfrissend zo'n duik. Na toch een beetje bijgekomen te zijn, ging ik naar het hoofdeiland om daar een fiets te huren en naar Playa Bluff te fietsen. Een leuke fietsrit van ruim drie kwartier. Dutch style again. Toch niet verkeerd vergezeld met een kater. Bij Playa Bluff aangekomen was de branding zo wild dat je er niet doorheen kwam. Dan gewoon genieten van het mooie uitzicht.

Terug in het stadje kon ik weer contact leggen met Debbie. Inmiddels waren er drie andere meiden die ook in Lost and Found lodge waren in Bocas. Samen gingen we uit eten. Debbie was moe en bleef in het hostel. Na diner gingen we naar een bar, met weer een ladies night. Ik had mijn lesje wel geleerd en bestelde na drie rum-cola een gewone cola. Die kreeg ik helaas niet: 'I can only give you rumcoke'. Ja, stel je voor dat de vrouwen nuchter blijven, dat is niet waarvoor al die mannen komen natuurlijk. In de bar kwam ik weer mensen tegen van de avond ervoor. 'Hey MJ!' Mijn bijnaam slaat lekker aan, ook buiten Delft. Na een paar salsadanspasjes vond ik het welletjes en stak ik het water over, terug naar Aqualounge. De volgende ochtend had ik om 9 uur met Debbie afgesproken, om samen naar Costa Rica te reizen.

Lost and Found

In de auto bij Maikel en Manuel wist ik nog niet of ik naar Boquete zou gaan, of het zogenaamde Lost and Found lodge ergens in de jungle. Dit laatste had ik als tip gekregen en staat ook als highly recommended in de Lonely Planet. Ik dacht dat je hier alleen kon komen vanaf Boquete, maar het was juist op de route als waar Maikel en Manuel heen gingen. Lost and Found wordt het dus. De weg was weer heel mooi. Het uitzicht tenminste, de snelweg zelf niet, daar werd aan gewerkt. Heel duidelijk stond er niet beschreven hoe je bij Lost and Found moest komen. 41 kilometer van de interamericana af, ongeveer. Onderweg stopte we bij een koffietentje, het moest vlakbij zijn. Na een paar bochten zagen we inderdaad een groot bord. De zon scheen en ik nam afscheid van mijn lift.

Het zou zo'n vijftien minuten lopen zijn en alleen bereikbaar per voet. Wat ook juist de charme is van dit hostel. Onderweg stonden bordjes die vertelden hoe ver je was en dat het uiteindelijk het allemaal waard zou zijn. En inderdaad na vijftien minuten uphill kwam ik aan. Ik zag verschillende gebouwtjes staan en moest nog 50 meter verder lopen voor de receptie. Bij de receptie had je een prachtig uitzicht over de bergen. Ik had geluk, de zon scheen en zo kon ik ver kijken. Nog meer geluk had ik dat ze plek hadden. Het beste is om vooraf te reserveren, omdat ze zo in the middle of nowhere zitten. Zoals altijd was ik op de bonnefooi gekomen. Ik werd geholpen door een meisje die een bekende trui aan had, van een studievereniging in Delft, gesponsord door een restaurant waar ik gewerkt heb. Zijzelf kwam uit Panama, maar had de trui van een vrijwilliger gekregen. Ze liet de dorm zien en het systeem qua eten. Alles vink je af en op het laatst betaal je. Als je gaat wandelen moet je je naam op het bord schrijven, zodat ze weten als er iemand mist. Blijkbaar zijn de twee Nederlandse meisjes die verongelukt zijn, ook in dit hostel geweest, vertelde een vrijwilliger me.

Net toen ik bedacht om een korte wandeling te maken, naar een lookout, begon het te regenen. Ik stelde voor om een potje te gaan kaarten. Er zaten immers genoeg mensen rond de grote tafel. Twee Zweedse jongens, Jonas en Johan legde ik toepen uit. Daarna leerden ze mij een ander spelletje. Na het avondeten kon je naar Rocky, de honey bear, die ze gered hebben van een familie die hem als huisdier in gevangenschap hadden. Omdat hij gecastreerd is, kan hij niet terug de natuur in. Ik kon hem kort aaien, verder was hij deze avond niet in een knuffelbui. Om acht uur begon de happy hour, voor iedereen het teken om naar de bar te gaan.Omdat er niks anders in de buurt is, is iedereen automatisch rond het avondeten terug in het hostel, wat het zo gezellig maakt. De derde nacht is gratis en zo blijven de meesten automatisch drie nachten. Het is net een grote knotsegekke familie. In de bar speelden we ons spelletje kaarten uit en deden een tafelvoetbal tournament. Toen we terug liepen kon je veel sterren zien, waarin Jonas een P.hd in heeft, heel interessant.

De volgende dag had ik bedacht om mee te gaan met een tour, naar een waterval, petrogliefen en hot springs. We dachten dat het een guided tour zou zijn, maar uiteindelijk betaalde je $25,- alleen maar voor transport. Uiteindelijk zijn we voor een paar dollar naar een river canyon gegaan. Boven aan de berg regende het nog een beetje, beneden aan de berg, bij de river canyon was het stralend weer. We hadden een paar biertjes mee en waren met een leuke groep van negen man. Er was een waterval waar je van af konglijden. Wel kwam je daarna in een waterkolk terecht en werd je door het water naar beneden getrokken. Opzich door hard te zwemmen kon je er makkelijk uit komen. Een keer lukte me dit niet omdat ik mijn sandalen vast had en werd ik vier keer rond de waterkolk ingetrokken. Hierna voelde ik me exhausted, maar het was alsnog wel leuk om te doen. Later werden we door de taxi weer opgehaald.

Na het avondeten was er een kleinere groep die Rocky wilde zien. Ik zag mijn kans om met hem te knuffelen. Wat een lief beest, zo snap je ergens wel dat mensen dit als huisdier willen houden, hoe slecht het ook is. Om acht uur begon happy hour weer en voor iedereen automatisch een teken om richting bar te vertrekken. Voor mij was het heel de nacht happy hour. We speelden een spelletje "cards against humanity", wat er op neer komt dat je de grofste grappen probeert te maken met de kaarten die je in je handen hebt. Een Duitse jongen had gewonnen.

De volgende ochtend voelde ik me goed, zeker gezien de avond ervoor. Ik stelde voor om een wandeling naar de rivier te maken. Uiteindelijk zijn we met zijn zessen de 'Treasure hunt' gaan doen. Een wandeling waarbij je op zoek moet gaan naar clues, waarbij je iets kan winnen. De eerste tip was naar de Lookout. Het was vrij modderig door alle regen, maar wel te doen. Bij de lookout vonden we een tip wat ons naar 'Trea beard' leidden, een grote boom ergens in de jungle. Hierna moesten we richting rivier. Een van de laatste clues was, het ziet er uit als een puma, maar weegt niets. Ik bedacht al snel dat het iets met shadow moest zijn. En inderdaad, op de kaart zag ik shadow falls staan. Evan, een 46-jarige man begreep niet waar ik shadow vandaan haalde. Lees de clue. Bij shadow falls dachten we dat we de rivier over moesten steken, maar gelukkig zag ik de clue aan onze kant van de rivier hangen. De laatste clue leidde ons naar een cave, wel aan de overkant van de rivier. Gelukkig wilde Mark deze wel oversteken. Nu was het tijd om terug naar het hostel te gaan, op zoek naar de sterren, maan, zon en vulkaan, volgens de laatste clue. Bij het hostel moesten we een laatste puzzel oplossen en een verhaal kloppend maken. Ons verhaal klopte en zo hadden we een gratis drankje gewonnen wanneer de bar zou openen.

Mijn gewonnen drankje was een shot tequila. Oh, het wordt zo'n avond. We speelden een drankspelletje met supersized yenga en iedereen werd dronken. Zo dronken dat Sam, een Brit zijn t-shirt van zijn lijf was gescheurd en de volgende ochtend wakker werd in een geürineerd bed. Travis, een ozzie, liet me de andere dorm nog zien, waar hij het al twee dagen over had. Ik zei dat ik nu wel high expectations had. Dit was gepast, want de dorm was letterlijk hoog, drie bedden boven elkaar met veel ruimte er tussen.

Die ochtend stond ik sloom op en met moeite verlietik Lost and Found. Het was echt even mijn familie geworden. Maar als ik nog een dag zou blijven, zou ik alleen maar rondhangen, dus kon ik beter samen met Debbie naar Bocas del Toro gaan, de eilandengroep in het noordwesten van Panama. Tevens mijn laatste bestemming van Panama.

Lost and Found

In de auto bij Maikel en Manuel wist ik nog niet of ik naar Boquete zou gaan, of het zogenaamde Lost and Found lodge ergens in de jungle. Dit laatste had ik als tip gekregen en staat ook als highly recommended in de Lonely Planet. Ik dacht dat je hier alleen kon komen vanaf Boquete, maar het was juist op de route als waar Maikel en Manuel heen gingen. Lost and Found wordt het dus. De weg was weer heel mooi. Het uitzicht tenminste, de snelweg zelf niet, daar werd aan gewerkt. Heel duidelijk stond er niet beschreven hoe je bij Lost and Found moest komen. 41 kilometer van de interamericana af, ongeveer. Onderweg stopte we bij een koffietentje, het moest vlakbij zijn. Na een paar bochten zagen we inderdaad een groot bord. De zon scheen en ik nam afscheid van mijn lift.

Het zou zo'n vijftien minuten lopen zijn en alleen bereikbaar per voet. Wat ook juist de charme is van dit hostel. Onderweg stonden bordjes die vertelden hoe ver je was en dat het uiteindelijk het allemaal waard zou zijn. En inderdaad na vijftien minuten uphill kwam ik aan. Ik zag verschillende gebouwtjes staan en moest nog 50 meter verder lopen voor de receptie. Bij de receptie had je een prachtig uitzicht over de bergen. Ik had geluk, de zon scheen en zo kon ik ver kijken. Nog meer geluk had ik dat ze plek hadden. Het beste is om vooraf te reserveren, omdat ze zo in the middle of nowhere zitten. Zoals altijd was ik op de bonnefooi gekomen. Ik werd geholpen door een meisje die een bekende trui aan had, van een studievereniging in Delft, gesponsord door een restaurant waar ik gewerkt heb. Zijzelf kwam uit Panama, maar had de trui van een vrijwilliger gekregen. Ze liet de dorm zien en het systeem qua eten. Alles vink je af en op het laatst betaal je. Als je gaat wandelen moet je je naam op het bord schrijven, zodat ze weten als er iemand mist. Blijkbaar zijn de twee Nederlandse meisjes die verongelukt zijn, ook in dit hostel geweest, vertelde een vrijwilliger me.

Net toen ik bedacht om een korte wandeling te maken, naar een lookout, begon het te regenen. Ik stelde voor om een potje te gaan kaarten. Er zaten immers genoeg mensen rond de grote tafel. Twee Zweedse jongens, Jonas en Johan legde ik toepen uit. Daarna leerden ze mij een ander spelletje. Na het avondeten kon je naar Rocky, de honey bear, die ze gered hebben van een familie die hem als huisdier in gevangenschap hadden. Omdat hij gecastreerd is, kan hij niet terug de natuur in. Ik kon hem kort aaien, verder was hij deze avond niet in een knuffelbui. Om acht uur begon de happy hour, voor iedereen het teken om naar de bar te gaan.Omdat er niks anders in de buurt is, is iedereen automatisch rond het avondeten terug in het hostel, wat het zo gezellig maakt. De derde nacht is gratis en zo blijven de meesten automatisch drie nachten. Het is net een grote knotsegekke familie. In de bar speelden we ons spelletje kaarten uit en deden een tafelvoetbal tournament. Toen we terug liepen kon je veel sterren zien, waarin Jonas een P.hd in heeft, heel interessant.

De volgende dag had ik bedacht om mee te gaan met een tour, naar een waterval, petrogliefen en hot springs. We dachten dat het een guided tour zou zijn, maar uiteindelijk betaalde je $25,- alleen maar voor transport. Uiteindelijk zijn we voor een paar dollar naar een river canyon gegaan. Boven aan de berg regende het nog een beetje, beneden aan de berg, bij de river canyon was het stralend weer. We hadden een paar biertjes mee en waren met een leuke groep van negen man. Er was een waterval waar je van af konglijden. Wel kwam je daarna in een waterkolk terecht en werd je door het water naar beneden getrokken. Opzich door hard te zwemmen kon je er makkelijk uit komen. Een keer lukte me dit niet omdat ik mijn sandalen vast had en werd ik vier keer rond de waterkolk ingetrokken. Hierna voelde ik me exhausted, maar het was alsnog wel leuk om te doen. Later werden we door de taxi weer opgehaald.

Na het avondeten was er een kleinere groep die Rocky wilde zien. Ik zag mijn kans om met hem te knuffelen. Wat een lief beest, zo snap je ergens wel dat mensen dit als huisdier willen houden, hoe slecht het ook is. Om acht uur begon happy hour weer en voor iedereen automatisch een teken om richting bar te vertrekken. Voor mij was het heel de nacht happy hour. We speelden een spelletje "cards against humanity", wat er op neer komt dat je de grofste grappen probeert te maken met de kaarten die je in je handen hebt. Een Duitse jongen had gewonnen.

De volgende ochtend voelde ik me goed, zeker gezien de avond ervoor. Ik stelde voor om een wandeling naar de rivier te maken. Uiteindelijk zijn we met zijn zessen de 'Treasure hunt' gaan doen. Een wandeling waarbij je op zoek moet gaan naar clues, waarbij je iets kan winnen. De eerste tip was naar de Lookout. Het was vrij modderig door alle regen, maar wel te doen. Bij de lookout vonden we een tip wat ons naar 'Trea beard' leidden, een grote boom ergens in de jungle. Hierna moesten we richting rivier. Een van de laatste clues was, het ziet er uit als een puma, maar weegt niets. Ik bedacht al snel dat het iets met shadow moest zijn. En inderdaad, op de kaart zag ik shadow falls staan. Evan, een 46-jarige man begreep niet waar ik shadow vandaan haalde. Lees de clue. Bij shadow falls dachten we dat we de rivier over moesten steken, maar gelukkig zag ik de clue aan onze kant van de rivier hangen. De laatste clue leidde ons naar een cave, wel aan de overkant van de rivier. Gelukkig wilde Mark deze wel oversteken. Nu was het tijd om terug naar het hostel te gaan, op zoek naar de sterren, maan, zon en vulkaan, volgens de laatste clue. Bij het hostel moesten we een laatste puzzel oplossen en een verhaal kloppend maken. Ons verhaal klopte en zo hadden we een gratis drankje gewonnen wanneer de bar zou openen.

Mijn gewonnen drankje was een shot tequila. Oh, het wordt zo'n avond. We speelden een drankspelletje met supersized yenga en iedereen werd dronken. Zo dronken dat Sam, een Brit zijn t-shirt van zijn lijf was gescheurd en de volgende ochtend wakker werd in een geürineerd bed. Travis, een ozzie, liet me de andere dorm nog zien, waar hij het al twee dagen over had. Ik zei dat ik nu wel high expectations had. Dit was gepast, want de dorm was letterlijk hoog, drie bedden boven elkaar met veel ruimte er tussen.

Die ochtend stond ik sloom op en met moeite verlietik Lost and Found. Het was echt even mijn familie geworden. Maar als ik nog een dag zou blijven, zou ik alleen maar rondhangen, dus kon ik beter samen met Debbie naar Bocas del Toro gaan, de eilandengroep in het noordwesten van Panama. Tevens mijn laatste bestemming van Panama.

Scuba Isla Coiba

Onderweg van Santa Fé naar Santa Catalina kwam ik Or weer tegen, een jongen die ik had ontmoet in Eco Venao. We moesten een uur wachten op de volgende bus en gingen samen lunchen. De weg naar Santa Catalina was erg mooi. Groene valleien met schattige gekleurde huisjes en fruitstalletjes aan de kant van de weg. Het leuke aan Panama is dat je bergen steeds weer met strand kan afwisselen, wat ik steeds doe. Aan het eind van de middag kwamen we in Santa Catalina aan, een dorpje, beroemd om de goede surf. Eigenlijk best een lange reis, zes uur voor 100 kilometer.

Or ging iets verderop naar een hostel, vlakbij de pointbreak. Ik besloot om bij de main road te blijven. Ik had bedacht dat ik naar Isla Coiba wilde, een eiland wat met de Galapagos wordt vergeleken. Ik heb nu al zoveel eilanden bezocht dat ik eerst dacht dit te skippen, maar iedereen is hier zo lyrisch over, dit mag ik niet missen. Wel vond ik het tijd voor een andere activiteit dan alleen snorkelen. Laten we eens wat nieuws proberen. Duiken!! Ik informeerde bij verschillende duikscholen over de prijzen. Zonder pedi kan je alsnog een fundive doen, tot twaalf meter diep. Bij de eerste school had ik het beste gevoel. Wel ging ik er nog een nachtje over slapen.

In het hostel was het rustig. Weer was er geen elektriciteit, net zoals in Santa Fé. Hierdoor waren de restaurants gesloten en bestond mijn avondeten uit geroosterd brood met jam. Toen er weer gejuicht werd toen alle lichten weer aan gingen, liep ik door de straat, op zoek naar een koud biertje. In plaats daarvan vond ik een mango die net van de boom was gevallen, net iets gezonder.

De volgende ochtend schreef ik me in bij de duikschool. Ook al had ik bedacht om geen dure activiteiten meer te doen. Ik ben er nu toch. Let's do this!Er moesten wel meer mensen zijn voordat het door kon gaan. Na het inschrijven liep ik naar het strand, zo'n twintig minuten lopen op rustig tempo. Boek en lycra mee voor als ik wilde surfen. Ik hield het deze dag bij luieren en lezen in de zon. De beach break zag er niet zo geweldig uit. In de middag at ik een hamburger en raakte ik aan de praat met twee Duitse jongens, die een weekje in Panama hadden. Heb ik het toch relaxt met een maand tijd.

In de avond kwam ik terug bij de duikschool, goed nieuws: het duiken ging door! Van de spanning, de warmte en de vele muggenbulten sliep ik die nacht slecht. Wel stond ik goedgehumeurd op, wat had ik hier zin in! Ik ging voor het eerst in tijden iets doen wat ik nog nooit had gedaan. De twee Duitse jongens van de dag ervoor hadden zich blijkbaar op het laatst ook ingeschreven. Ik was de enige zonder licentie en had een instructeur voor mij alleen. Hoe chill, en ook nog eens een Nederlandse jongen die weer bijna hetzelfde heeft gestudeerd als ik. Hij legde alles heel helder en rustig uit, waarna we met zijn allen naar de boot gingen.

Het was een uur varen naar de eilandengroep toe. Ik zat alleen maar met een grote glimlach op mijn gezicht. Onderweg zag ik nog een dolfijn het water uit springen. Ik werd al eerste op een plek afgezet, samen met mijn instructeur Peter. Als eerste gingen we een stukje snorkelen naar een stuk waar ik nog kon staan. We deden wat oefeningen onder water. Zo gek dat je gewoon kan ademen onder water. Ik dacht dat ik misschien een soort claustrofobisch gevoel zou krijgen, maar Peter was heel kalm en ik bleef dat ook. Ik leerde wat ik moest doen als ik mijn mondstuk kwijt was en als er water in mijn bril zat, dit ging al gelijk goed. We gingen dieper waar ik niet meer kon staan. Ik had moeite om dieper te komen en kreeg een extra gewichtje. Later lukte het me om dit te regelen met mijn ademhaling door meer uit te ademen. Diten het klaren ging veel makkelijker dan ik dacht. Ik keek boven me en zag alleen maar water. Wat is dit gaaf! Ik was klaar om verder te duiken. Al snel tikte Peter me aan en wees naar een haai. Aah! Ik had moeite om niet teveel te lachen, anders kwam er steeds water in mijn duikbril. We doken langs een stuk reef met veel vissen en heel veel octopussen. Zoveel dat het zelfs het record van Peter is, na anderhalf jaar duiken bij Isla Coiba.

Na een uur gingen we het eiland weer op. Peter zei me dat het heel goed ging. Ik kon goed op een punt blijven en ging niet als een jojo door het water, wat meeste beginners hebben. Voor hem een relaxte dag. We werden opgehaald door de boot en enthousiast stapte ik in. Ik weet nu al dat ik een duikcursus wil doen in de toekomst. We lunchten op het hoofdeiland. De krokodil die hier woont was er niet helaas. Na de lunch gingen we weer de boot in. Nu gingen we met zijn allen naar dezelfde plek, ik wist immerswat ik moest doen nu. Ik nam mijn onderwatercamera dit keer mee. Toen we tot zo'n twaalf meter gedaald waren, zei Peter dat ik nu wel kon filmen. Helaas was ik beter bestemd tegen de druk dan mijn camera en zat er water in de behuizing. Die werkt niet meer. Dan maar gewoon genieten.

De stroming was vrij sterk bij het rif, waardoor je je vast moest houden aan de rotsen. Het lukte me om te spelen met mijn ademhaling om te dalen of te stijgen in het water. We zagen zo'n zes haaien en ik zelf zag nog een octopus echt zwemmen en niet alleen weggestopt zitten in een hoekje. Het water was super helder, er was zoveel te zien. Na bijna een uur zat de tweede duik er ook op. Ik wilde eigenlijk helemaal niet het water uit en bleef zo lang mogelijk in het water toen iedereen in de boot stapte. Dik tevreden klom uiteindelijk ook ik de boot in. Terug naar land begon het keihard te regenen dat het pijn deed. Gelukkig regende het nu en niet tijdens onze duik. Terug bij de duikschoolbedankte ik Peter voor de ervaring. Hij vond me een natuurtalent en zei me dat hij normaal nooit met beginners in de sterke stroming gaat, maar het met mij wel aandurfde. Ik vroeg hem om tips waar ik een cursus kan doen. Misschien wel Thailand.

Met het duikgroepje spraken we af om die avond nog ergens wat te gaan drinken. Bar 'No worries' was de place to be, waar de duikinstructeurs ook heen gingen. Zeven Nederlandse jongens waren er ook, bij wie ik eerst nog probeerde dat ik niet uit Nederland kwam. Ze boden me een lift aan in hun busje naar Boquete, waar ik de volgende dag eigenlijk naar toe wilde. Maar de twee Duitsers gingen de volgende dag ook die richting op en dat leek me een beter plan. Zo reed ik de volgende ochtend met Maikel en Manuel mee, op naar mijn volgende bestemming.

Hiking in Santa Fé

Zaterdagochtend nam ik afscheid van Yke en nog best ok voelend, maar wel moe, stapte ik de bus in. Het regende, dus perfect om te vertrekken. Op naar Santa Fé, een klein bergdorpje. Met de bus reizen in Panama gaat me gemakkelijk af. Op de bussen staat aangegeven van en tot welke stad ze rijden. Als het de goede richting op is, stap je in en betaal je achteraf. Onderweg probeerde ik naar buiten te kijken, maar ik viel veelal in slaap.

Na vier bussen kwam ik in Santa Fé aan, inmiddels einde van de dag. Het hostel wat ik voor ogen had, was om de hoek van het busstation. Ik werd ontvangen door een Franse vrouw, die heel vriendelijk deed, maar waarvan ik het idee had dat ze dat niet van nature was. Er was in ieder geval nog makkelijk plek voor me. Er hing een relaxte sfeer. Het hostel had een mooie tuin met hangmatten en een kat die heel erg op mijn vroegere kat leek.Ik deed wat boodschappen en besloot om hutspot te maken. Ik twijfelde of ik het dorpje nog in ging, maar bleef in de hangmat in het hostel. Wat slaap inhalen kan geen kwijt.

Uitgerust en al stond ik op. Van de Franse vrouw kreeg ik informatie over de mogelijke hikes. Één hike was een halve dag, maar dan moest ik wel zeven kilometer uphill lopen zei ze me. Zag ik dat wel zitten vroeg ze me ernstig af. Ze liet het zo zwaar klinken dat ik besloot een taxi te nemen. Ik voelde me net een dikke luie Amerikaan, maar goed. De hike was simpel, naar een waterval, tien minuten van de hoofdweg af. Bij de waterval voelde ik me weer even net als vroeger. Als kind was ik er al gek op om bij beekjes te spelen, dan deed ik net of ik Pocahontas was. Ik stak het riviertje over, de berg op. Aan de overkant zag ik een huisje en hoorde ik honden druk blaffen. Misschien zullen de mensen niet zo blij zijn met bezoek in hun achtertuin enbesloot om te keren. De Franse vrouw had me een blaadje gegeven met informatie van de hike. Volgens deze info kon ik voor de terugweg een ander pad nemen, zodat ik niet over de hoofdweg hoefde te lopen. Eerste pad rechts, bij de T-splitsing links en dan kan je zo terug naar het dorp lopen. Easy. Één keer ging ik het pad af omdat ik toekans hoorde. Helaas kon ik ze alleen horen, de jungle was te dicht begroeid om iets te kunnen zien. Terug naar het pad had ik weer iets moeite, maar al snel vond ik een stuk prikkeldraad waar ik onderdoor moest. Nu niet meer van het pad afgaan nam ik me voor. Onderweg zag ik kleine paadjes, deze leidden naar huisjes van mensen die in de bossen woonde. Één keer leek het of ik vlakbij een waterval hoorde. Ik volgde het paadje en in plaats van een waterval kwam ik uit op een meertje. Dat kwam goed uit, want inmiddels scheen de zon en wat verkoeling kon geen kwaad.Eerder bij de waterval miezerde het nog en had ik geen zin om te zwemmen. Ik trok mijn bikini aan, waarom eigenlijk, er was toch niemand, en ging het water in. Dit vond ik toch een beetje spannend, daar het meer niet aangegeven stond op de kaart, er een herdenkingsplaats was van iemand die jong was gestorven en ik in Colombia een caiman heb gezien. Je weet het maar nooit. Ik vond dat ik me niet moest aanstellen en zwom wat verder. Eigenlijk heel cool, een privé pool. Na deze verfrissende duik liep ik verder.

De onverharde weg, waar eerder nog auto's reden hield plots op en liep uit op een veld. In het veld zag ik meerdere paadjes lopen en volgde het meest begaanbare pad. Totdat dit op niets uitkwam. Fijn. En ik had me nog zo voorgenomen niet van het pad af te gaan en zeker niet te verdwalen in Panama. Ik bedacht dat ik altijd nog kon omdraaien en het hele stuk terug kon lopen, wel zo'n vijf kilometer terug. Ik liep iets verder envond weer een pad. Niet wetende of dit 'het' pad was, of een random pad door het bos, maar het ging de goede richting op. Dat wist ik omdat ik wel zo slim was geweest om een kompas mee te nemen. Het pad leek weer te splitsen en ik koos, wat later bleek het verkeerde pad. Ik liep weer uit de richting en draaide om. Dan maar de andere kant op. Ver weg hoorde ik een auto rijden, dus ik moest goed zitten. Helaas hield dit pad ook op met bestaan. Kut. Ik was een beetje klaar met dit gedoe. Ik zag de krantenkoppen al voor me, maar ik bleef kalm. Ik mankeerde niets, had nog genoeg water en wist welke kant ik op moest. Ik stak weer een veld over met bananenplanten. Nu kon het toch niet ver meer zijn. Ik stak een riviertje over en aan de overkant zag ik weer een pad lopen. Ik dacht dat ik een afdakje aan de kant van de weg zag. Helaas stond dit afdakje random op een berg en moest ik nog eenveld over. Uiteindelijk zag ik door het bos een witte auto rijden. Ik kwam aan bij dicht prikkeldraad waar ik maar net onderdoor kon kruipen. Ik was blij de autoweg weer te zien, maar dit kon toch niet de bedoeling zijn geweest van deze trek. Al snel stopte er een auto met de vraag of ik naar Santa Fé moest. Opgelucht stapte ik in. Genoeg gelopen voor vandaag en genoeg jungle in Santa Fé voor mij.

In het dorpje vond ik een internetcafé waar ik mijn contract kon uitprinten, ondertekenen en weer inscannen en opsturen. Terug in hostel vertelde ik de Franse vrouw dat ik het pad had gevolgd zoals op het blaadje stond, maar dat het pad moeilijk te volgen was en ik heel raar uit kwam. Ze kon me alleen maar raar aankijken. De zon scheen nog steeds en ik besloot op zoek te gaan naar verkoeling, dichtbij. Nu geen rare wandelingen, een makkelijk te vinden riviertje, vlakbij het hostel. Daarna ben ik nog even het dorpje ingegaan maar hetwas een dode boel. Terug in het hostel was er geen elektriciteit. Het hele dorp zat schijnbaar zonder. Iedereen ging vroeg naar bed. Ik lag nog te lezen in de hangmat met mijn hoofdzaklampje, toen de lichten weer aangingen. In de verte hoorde ik het dorp juichen dat er weer elektriciteit was. De andere hikes in Santa Fé waren verder en niet geschikt om alleen te doen. Ik had geen zin om een gids te huren en besloot om de volgende dag uit te checken.

Surfen in Venao

Onderweg was ik naar Chitré. Ik was van plan hier te overnachten om een ander dorpje te bezoeken en een plaatsje goed voor vogelspotten. Ja, dat vind ik ineens leuk als ik op reis ben. In Chitré aangekomen leek het me toch niet zo'n goed plan. Het was gewoon een stadje en ik was de enige backpacker. Toen het hostel die ik gepland had om heen te gaan, ook nog eens geen hostel meer bleek te zijn, wist ik zeker dat dit niet mijn plek was. Ik kocht een empanada en een koffie en ging weer op pad, richting Venao. Ik had gehoord dat dit een mooie surfspot zou zijn. Moest ik wel eerst met een bus naar een plaatsje halverwege, Las Tablas. Hier aangekomen bleek de laatste bus naar Venao al lang te zijn vertrokken. Dan wordt het toch Pedasí, een klein dorpje in de buurt van Venao. Hier kwam ik erachter dat het hostel die ik in de Lonely Plant had gezien, niet meer bestond. Nee gaat lekker. Ik liep naar een goedkoop hotelletje, maar dit was alsnogboven mijn budget. Naast de mooie rode kat was het er een trieste bedoeling dus besloot ik om verder te lopen. Toen stopte er een taxi met de vraag of ik naar Venao wilde. Hoe weet hij dat? Er stapte een meisje uit en vroeg of ik een taxi wilde delen. Ze bleek Nederlands te zijn. Wat een redding! Blij stapte ik de taxi in.

In Eco Venao, een zogenaamd eco lodge, was er precies nog één plaatsje vrij in de dorm. Dit bed bleek echter ingenomen te zijn door een medewerker en kreeg ik een upgrade naar een cabaña. Soms moet je gewoon geluk hebben. Yke en ik namen een verfrissende duik nu het nog licht was. Het is hier trouwens iets langer licht dan in Colombia. Hier is het rond 19 uur echt donker. Yke was wel zo slim geweest om boodschappen te doen, daar er in Eco Venao niets was. Ik mocht met haar meeëten en we maakten pasta. De volgende ochtend zou het om 6 uur mid tide zijn en perfect om te surfen. Dus zette ik enthousiast om 6 uur de wekker.

Voordat mijn wekker ging werd ik al gewekt door vreemde harde geluiden. Nog te slaperig om mijn bed uit te komen om te kijken wat het was, kon ik alleen maar gissen. Hanen? Het klonk meer als varkens. Misschien hebben ze stekelvarkens net zoals in Colombia? Toen mijn wekker vervolgens ging besloot ik om me nog eens om te draaien. Ik moet toch het uiterste uit deze prive kamer halen met heerlijk tweepersoonsbed. Bij het ontbijt leerde ik dat het geluid van vanmorgen apen waren. Natuurlijk, dat ik daar niet aan had gedacht.

Het regende en Yke en ik luierden wat in de hangmatten onder het afdak. Later gingen we toch de zee verkennen. Die zag er onstuimig uit en met de regen was het niet heel uitnodigend. Ik had een lycra aan dus de regen maakte me niks, en we verzamelden wat schelpen. Naast schelpen vonden we een grote dode schilpad. De schild, botten en wat resten huid wat op olifantenhuid leek, waren nogover. Toen ik de schild iets optilde zag ik het krioelen van de maden. Iehhll! En liet gelijk los.

We namen een stevige lunch waarna ik naar een waterval liep, iets verderop. Verdwaal je niet, zei Yke me. Gelukkig was het een simpele wandeling. Onderweg hoorde ik de apen hard roepen. Op een gegeven moment klonk het zo hard en dichtbij, dat het een intimiderende indruk naliet. Een eerdere aanraking met een aap in Afrika heeft misschien toch nog effect op me.. Ik liep door en trok er maar niks van aan. Boven me zag ik allerlei aapjes slingeren, sommige met kleintjes op de rug. Bij de waterval nam ik een verfrissende duik en maakte ik een foto met behulp van de zelfontspanner.

Toen ik terug bij het kamp was, was het al zo'n vijf uur. Yke wilde alsnog wel even gaan surfen. Ik had weer eens last van mijn rug, ook nog van een verkeerde duik in San Blas en wilde mijn energie liever voor de volgende dag bewaren. Wel ging ik met haar mee. Nu was het droog en de zee zag er best chill uit. Het kostte weinig moeite om me over te halen. Vamos! De golven waren alsnog gigantisch. Ik besloot om eerst maar eens te oefenen in 'white water', wanneer de golf al is omgeslagen. De eerste tien minuten dacht ik, dit wordt niks. Ik verbeeld me altijd in dat ik veel beter ben dan in werkelijkheid. Later kreeg ik de smaak te pakken en kon ik toch een aantal keer staan. Blij kwam ik het water uit. Nu was ik weer stoked en wel klaar om de volgende ochtend vroeg te gaan. Helaas had Yke slecht geslapen die nacht en ging niet mee. Anthony, een Amerikaanse jongen en Or, een jongen uit Israël stonden wel mee op.

Op het strand aangekomen scheen het zonnetje al, alleen was van Carlos, de surfleraar nog geen spoor. Ik maakte een strandwandeling en toen ik terug liep kwam hij gelukkig aanrijden. De golven waren nog steeds heel hoog, dus speeldeik vrolijk in het witte water verder. Na twee uur nam ik een korte break en later kwam Yke er ook aan. Ook ik ging weer het water in. Het was nu een stuk zonniger dus sowieso ook veel chiller om op het strand te zijn. Ik had bedacht om een siësta te houden, maar daar vond ik het weer te mooi voor. Zo heb ik heel de dag in het water of op het strand doorgebracht. Carlos merkte dat ik stoked was.In de avond trakteerden we ons zelf op een hamburger in het restaurant van de lodge. Een Nederlands koppel vergezelden ons, zij zaten in een ander hostel.

Ik had bedacht om de volgende dag uit te checken. Ik had mijn spullen allemaal bij elkaar geraapt en toen bedacht ik dat ik toch maar bleef. Het was hier zo chill, leuke mensen, mooie plek, mooi strand, waarom zou ik dit verlaten? Wel gingen Yke en ik op pad. We hadden bedacht om naar Isla Iguana te gaan, een eilandje vlakbij bij Pedasí, het naast gelegen dorp waar we met de bus naartoe gingen. Op het strand aangekomen benaderde een visserman ons gelijk die ons voor $60,- heen en weer naar het eiland wilde brengen. Later werd ons dezelfde rit voor $50,- aangeboden en zakte de eerste visserman ook in zijn prijs. We hoopten op meer mensen zodat we de bootprijs konden delen, maar die waren er niet. Laten we het maar doen, en met zijn tweeën stapten we de boot in. Het was stralend weer. Het zand was weer, tegengesteld aan Playa Venao, wit. Ik huurde een snorkelset en liepen naar de andere kant van het eiland. We hadden dit stuk strand voor onszelf. Na een duik liepen we terug naar het andere witte strand. We lachten, wat een leven hebben we, als dit de keuzes zijn die we moeten maken. Gaan we naar dit wit strand, of het andere witte strand? Overal liepen iguanas, leguanen rond, waar het eiland ook zijn naam aan dankt. Aan de andere kant was een heel groot stuk koraal, wat helaas grotendeels dood was, maar alsnog was er veel te zien. Zo zag ik plots een schildpad onder me en ik zwom een stukje met hem mee. Helemaal blij was ik dat we hadden besloten hier naar toe te gaan. We aten de zelf meegebrachte lunch op het strand, wat inmiddels helemaal voor onszelf was. Weer moesten we lachen, we hadden een beetje het gevoel van, now what? Helaas hadden ze geen koude biertjes. Wat zijn we toch verwend. Inmiddels was onze visserman ook weer terug op het eiland, maar we hadden nog zo'n twee uur langer om te snorkelen. We zwommen naar een ander stuk toe. Dit was super mooi, met een soort grotten in het water. We zagen nu veel meer vissen. Ook heel veel van die vissen die zichzelf opblazen als ze in gevaar zijn, die van 'Finding Nemo'. Ineens voelde ik pijn aan mijn been en toen ik achterom keek zag ik een klein kwalletje. Damn it. De kramp/tinteling kwam soms weer ineens opzetten. Nu lette ik goed op of ik nog meer kwallen zag.Eerst dacht ik dat ze niet zoveel kwaad deden, zo klein dat ze zijn. Terug op het strand maakten we nog wat foto's. De zon brandde fel. Nu was het toch echt tijd om dit onbewoonde eiland te verlaten.

Terug in Pedasí deden we boodschappen en verderop gingen we eten in een visrestaurant. Terug zouden we alleen nog met de taxi kunnen, dus we besloten te gaan liften. Al snel stopte een pick up truck, waar we achterin konden. Het was een heldere nacht en zo konden we mooi de sterren zien. Wat een goede lift! In de bar waren mensen biertjes aan het drinken en ik deed een biertje mee. Yke ging al eerder slapen. Rond 1 uur vond ook ik het mooi geweest. Helaas de anderen nog niet, die bleven tot een uurtje of 3 doorgaan met de muziek heel hard. Gelukkig was ik zelf zo moe dat ik er door heen kon slapen.

Voor de vrijdagochtend had ik geen wekker gezet. Maar goed ook, Carlos was er blijkbaar toch niet in de vroege ochtend.Later hadden Yke en ik toch wel veel zin om te surfen. De golven waren nu perfect voor ons. Maar van Carlos was nog steeds geen spoor, die had een hangover. We konden ook nog wel verouderde surfboadjes van het hostel lenen. Ik dacht bij mezelf, als dit je probleem is van de dag, wachten op een surfboard terwijl je heel de dag hebt, heb je eigenlijk nul problemen. Life is good. Again. Of nog steeds. Uiteindelijk kwam Carlos er aan rijden en was hij blij ons te zien. "MJ! You're looking good girls". Nu de golven niet zo gigantisch waren kon ik eindelijk echt surfen. Of als in, de golf pakken op het juiste moment. Ook lukte het me om een turn in te zetten. Aah surfen is toch ook wel heel erg leuk. Moet ik toch ook eens in Nederland doen, als er geen wind is tenminste. Van 12 uur 's middags totdat de zon onderging lag ik in het water. Helemaal blij. En helemaal kapot aan het einde van de dag. Yke had nog weltussen de middag gegeten en was zo lief om die avond voor ons te koken. Ik kon niks meer nuttigs doen en ging even op bed liggen.

PlayaDie avond was er een party, waar de mensen het maandag al over hadden. Het zou he-le-maal losgaan, was wat we moesten geloven. De party begon rustig, de DJ draaide vooral house, waar niemand echt op danste. Het Nederlands koppel was er weer, die super aardig waren en niet zo aan elkaar gekleefd en nog weer twee andere Nederlandse gasten. Echt, je vindt ze overal. Gelukkig had de DJ in de gaten dat zijn eerste keuze aan muziek niet in de smaak viel bij het publiek en veranderde het in foute hitjes. Natuurlijk kwam 'Taxi', ongeveer het meest populaire nummer van heel Zuid-Amerika ook voorbij. Ga ik straks nog missen. Zo werd het toch nog een leuk feestje, maar niet zo absurd als wat ze ons wilden laten geloven. Ik zette de wekker voor de volgende dag, dan zou ik echt gaan uitchecken. Nog 3,5 uur om teslapen vertelde mijn telefoon.

Regen in El Valle

Toen ik zaterdag dan eindelijk uitcheckte en mensen me vroegen waar ik heen ging, had ik steeds geen antwoord. Ergens naar de bergen. Ik had besloten om met Linde mee te gaan. Zij had het over een klein dorpje omringd met bergen en watervallen. Dat klonk wel goed. Het plaatsje bleek El Valle te heten. Ooit was er een grote vulkaan uitgebarst en was deze vallei ontstaan. De vruchtbare grond trok de mensen aan en nu is het een idyllisch dorpje. Na ongeveer twee uur rijden van de stad kwamen we aan. Ik was op de bonnefooi meegegaan en had me totaal niet ingelezen in deze bestemming en had dus ook geen idee voor een hostel. We vroegen twee mensen die er uit zagen als backpackers waar zij overnachten. Met hen konden we meelopen naar hun hostel. Deze was volgeboekt. We gingen op zoek naar een die Linde eerder had gevonden via TripAdvisor. Deze was nog niet zo makkelijk te vinden. Een hostel die ik in de Lonely Planet had gezien was en uiteindelijk kwamen we er achter dat we langs de inrit waren gelopen van het hostel die Linde had opgezocht. De dorm was vol, maar we konden wel in een zaaltje voor dezelfde prijs. Ik kreeg er nog een paar dollars van af, want dit was minder goed dan een dorm, wat niet waar was wat nu hadden we een privé kamer. Onderweg hadden we al boodschappen gedaan en zo hoefden we niet meer door de regen. Ze zeiden dat de dorm vol zat, echter zagen we niemand. Het hostel had een orchideeën tuin, wat allerlei vogeltjes aantrok. We kookten, lazen een boek en deden een spelletje. Heerlijk rustig. Ik had bedacht om voor de volgende dag eerst naar een dierentuim te gaan om de golden frog, die met uitsterven bedreigd wordt, de bezichtigen, vervolgens te hiken naar een waterval en de dag te eindigen bij de thermal bath om modder over onszelf te gooien.

Toen we de volgende ochtend echter opstonden, regende het keihard. En viel ons plan letterlijk in het water. Wel trotserden we alsnog de regenbui en liepen we, tussenpauzes naar de dierentuin. De dierentuin was ook behoorlijk overstroomd. Gelukkig was de ruimte waar de golden frogs te zien waren overdekt. Toen ik een foto met mijn telefoon wilde maken, reageerde hij niet en zag het scherm er heel raar uit. Kut. Toch niet na mijn camera ook mijn telefoon stuk he?! Een waterdichte regenjas uit Alaska is blijkbaar niet helemaal bestemd tegen een tropische regenbui. Een beetje chagrijnig liep ik door de rest van de dierentuin, of beter, verzameling van random dieren in kleine lege hokken. Het was een heel zielig gezicht, wel iets waar we al voor gewaarschuwd waren. We verlieten de dierentuin en kregen een lift terug het centrum in. Hier schuilden we weer voor de regen in een souvenirwinkel. We waren van plan om naar een ander café te lopen met lekkere taart, maar uiteindelijk zijn we naar het cafeetje gegaan naast de winkel. Het hield maar niet op met regenen. En met regenen bedoel ik gieten. Alsnog was ik van plan om naar de waterval te gaan. Linde hield het voor gezien.

Ik wilde een taxi nemen, want het was 3,5 km verderop. Geen taxi wilde stoppen. Ik zag een auto wat er uit zag als een transport auto en vroeg of ze me naar de waterval wilde brengen. Dat wilden ze wel en ik kon bij hen voorin stappen, in het midden. Van de andere bijrijder dacht ik in eerste instantie dat hij een beperking had. Toen ik de alcohollucht rook, wist ik beter. Hij legde in haast onverstaanbaar Spaans uit dat de waterval dicht was. Één; hoe kan een waterval 'dicht' zijn en Twee; waar brengen jullie me naar toe als ik zeg dat ik naar de waterval wil. Ze wisten nog wel een andere uitkijkpunt of zoiets. Ok, het zal wel. Dit zijn van die momenten dat je gewoon mee moet gaan in de flow dacht ik. De mannen leken niks kwaad in zich te hebben en dan nog, de ene man kon al niet meer normaal op zijn benen staan en de andere was een jaar of 60 en een kop kleiner. Ik kan deze boys wel handelen dacht ik. Uiteindelijk bleken ze super enthousiast over hun gebied en lieten me meerdere uitzichten zien. Ik had alleen niks om een foto te maken dus vroeg ik of zij een foto wilden maken die ik vervolgens naar mezelf gewhatsappte. Voor een dollar extra brachten ze me tot de deur van mijn hostel. Zo had ik toch een leuke tour van El Valle. Misschien niet het meest veilige met een bestuurder onder invloed, maar niemand is gewond geraakt. De volgende ochtend vertrok Linde weer terug naar Panama City. Voor het eerste gedeelte nam ik dezelfde bus, tot aan de interamericana, om daar vervolgens richting Chitré te gaan.