marjori.reismee.nl

Daten in Shiraz

Na een busreis van ongeveer zes uur komen we in Shiraz aan. We nemen toch weer een illegale taxi, daar kan je tenminste nog iets van de prijs afpraten, welgesteld drie kwartjes. De chauffeur spreekt gebrekkig Engels en ik denk dat hij wil weten hoe lang we in Iran zijn. Later begrijp ik dat hij met ons naar een park wil om whisky te drinken. Nee bedankt, breng ons maar naar ons hostel. Hij zegt dat hij weet waar hij heen moet rijden, maar Loriana moet toch navigeren. Gelukkig hebben we maps.me. Hij stopt nog even midden op de weg omdat hij een foto van ons wil maken. 'I love you'. Jaja, breng ons nou maar gewoon. Het laatste stukje lopen we. Op straat wordt er veel naar ons gefloten. Van mensen hebben we gehoord dat Shiraz zo'n moderne stad is. Is dit wat men onder modern verstaat? Echt een goede eerste indruk krijgen we niet en zijn blij als we ons hostel gevonden hebben.


Ook de volgende dag als we met daglicht over straat lopen, worden we aanzienlijk meer aangesproken, soms niet op een hele leuke manier. Dat we geen chador dragen, is dat gelijk een uitnodiging om ons zo te behandelen? Zijn we dan geen tempel meer? Of moeten we accepteren dat overal ter wereld vieze mannetjes rondlopen?


We gaan eerst naar de bazaar. Misschien wil ik wel een Perzisch tapijtje kopen, maar wat voor? Er is zoveel keuze. Ik zal er gewoon tegen aan moeten lopen voordat ik het weet. Even later reken ik drie miljoen rial af, omgerekend 75 euro en heb ik een mooi wollen tapijt in mijn tas. Daarna willen we met de bus naar de tombe van Hafez, een van de bekendste dichters van het land. Eerst nog even lunchen en we zoeken om ons heen naar iets van een restaurant als we door een man aangesproken worden. Zijn jullie op zoek naar een goed restaurant? Ik ken nog wel iets. We leggen uit dat we gewoon iets willen eten en daarna naar de tombe van Hafez willen. De man, Nader genaamd, is klaar met werken in de bazaar en stelt voor om ons naar een restaurant te brengen en vervolgens naar de Tombe. Ok, waarom niet. Ook een voordeel als je met zijn tweeën bent, je zegt eerder ja op dit soort uitnodigingen. Nader wil graag zijn Engels oefenen en brengt zijn vriend, Saber, op de hoogte van onze komst. Nader brengt ons naar de lekkerste kebab die ik tot nu toe heb geproefd en rijdt speciaal voor Lor naar een ander restaurant voor een vegetarisch gerecht. Als we hem willen betalen weigert hij dit aan te nemen. Als hij naar Nederland komt, mogen we hem traktereren.


Na de lunch ontmoeten we zijn vriend Saber die ons naar de graftombe brengt. Nader moet even naar huis, in de tussentijd zal Saber ons vermaken. We vinden het ook niet erg om alleen de stad te verkennen, maar we geloven niet dat we er onderuit komen en vinden het anders ook weer zo zielig. Saber kent weer een mannetje bij de graftombe, waardoor we geen entree hoeven te betalen. Hij legt wat dingen uit over de dichters Hafez en Sadi. Ik koop, of nouja, ik krijg een briefje wat mijn toekomst voorspelt, waarvoor ik later word gevraagd om te betalen. Het briefje wordt gekozen door een vogeltje, precies zoals uit de documenaire van Thomas Erdbrink. Saber vertaalt het briefje, maar we begrijpen het niet helemaal. Iets met dat een vrouw niet aardig is of moet zijn als zij verliefd is. Niet iedereen zal het thuis waarderen. Samen met Saber brengen we een bezoek aan een moskee. We moeten wel eerst een chador aan, gelukkig geen zwarte, maar nog een beetje een vriendelijke met bloemetjesmotief. Ik vind het opvallend dat we in een stad als Shiraz, juist een chador aan moeten om een moskee te bezoeken. In andere steden was dat niet het geval. Per ongeluk ga ik het deel binnen van de mannen, waar niemand zich aan lijkt te storen. Saber neemt afscheid en wachten we weer op Nader, onder het genot van een goede kop koffie die we toevallig vinden.


We stellen Nader voor om de berg op te gaan, voor de zonsondergang. Als de zon onder is, komen er steeds meer lichtjes van de stad tevoorschijn. Het is een mooi gezicht. Boven op de berg staat ook een graftombe, die we bezichtigen. We moeten een soort grot in. Ik bedenk dat als je deze dag zou na vertellen, het best random klinkt. Met een man mee die je op straat aanspreekt, een middag doorbrengen en ook nog een diep donker grot in gaan. Terug in de stad sluiten we af met een ijsje. We willen trakteren, maar vandaag voor iets betalen lijkt onmogelijk. Sowieso is het lastig om als vrouw te betalen. Ook al sta je eerder bij de kassa dan je (mannelijk) gezelschap, de kassière gaat er niet van uit dat je betaalt en neemt je geld gewoon niet aan.


We rusten even uit bij het hostel, waarna we een hipster café bezoeken. We gaan met de bus en checken middels maps.me waar we ongeveer uit moeten stappen. We bestellen eerst thee met appeltaart, waarna onze trek aangewakkerd is en bestellen nog een salade toe. De sfeer in het café is heel gemoedelijk. Vrouwen en mannen zitten door elkaar heen. Het oogt heel Westers. Je zou zo weer vergeten dat je in Iran bent.

De volgende ochtend gaan we eerst op zoek naar een bekende moskee, Nasir al Molk, wat bekend staat om de mooie lichtinval. Vandaag ben ik de gene die de route uitstippelt, dat krijgen we gelijk te weten. We lopen en om en we komen bij de verkeerde moskee uit. We moeten door een heuse security waar onze tassen, camera’s en telefoons gecontroleerd worden. Bij Lor vinden ze nog iets verdachts in de tas. ‘What’s this?’ Tampons kennen ze hier niet. We moeten weer een chador aan voordat we verder mogen. De binnenkant van de moskee is betegeld met heel veel spiegeltjes, eigenlijk heel kitscherig. Even later komen we bij de goede moskee binnen, en inderdaad het licht is prachtig. Het is ’s ochtends vroeg nog mooier, maar dan moet je hier echt om 7 uur zijn. Drie Iraanse jongens vragen zich af waarom er toch zoveel oude toeristen naar Iran komen. Maken jullie reclame voor Iran speciaal voor oudjes? We leggen uit dat de meesten niet zelfstandig naar Iran zullen reizen en dat met een groepsreis zullen doen. En ja, mensen van groepsreizen hebben over het algemeen nu grijs haar. En een groep grijze koppen bij elkaar valt nu eenmaal meer op.


In de middag hebben we met twee jongens afgesproken, met wie we via een whatsappgroep in contact zijn gekomen. Het blijken de zelfde jongens te zijn die ook in het guesthouse in de woestijn verbleven, met wie we toen geen woord gewisseld hebben. Ze blijken gelukkig hartstikke aardig en met hen delen we een taxi naar Necropolis en vervolgens Persepolis. Necropolis bestaat uit vier grote mooi versierde graftombes. Ik vraag me bij zulke bezienswaardigheden toch altijd af waar ze de zin vandaan halen om zoveel moeite te doen iets te versieren, zeker in die tijd, wat een werk! Erg indrukwekkend. Hierna rijden we door naar Persepolis, ruïnes van zo’n 2500 jaar oud. Samen met twee anderen boeken we een gids, geen geld, voor €12,- legt hij het heen en ander uit. Zo krijg je toch veel meer mee dan wanneer je in je eentje naar een stel stenen staart. Hij laat ons een tempel zien, die vroeger vermoedelijk alleen met Nieuwjaar gebruikt werd. Tussen de duizenden afbeeldingen is er maar liefst één afbeelding van een vrouw te vinden. In het midden van een wiel, als symbool dat de vrouw het centrum van het leven is, dat dan weer wel. We lopen zo’n twee uur rond waarna we een stukje de berg oplopen. We zien de laatste zonnestralen op de reusachtige columns schijnen voordat de zon achter de bergen verdwijnt. Alweer een mooie zonsondergang op een bijzondere plek.

Terug in de stad gaan we een ijsje eten bij een meisje die ik via een vriend uit Nederland ken. Of nou, ik ken haar nog niet, maar ze wil ons graag ontmoeten. De ijssalon is in het chiquere gedeelte van Shiraz gelegen. We worden enthousiast door Niloofar ontvangen en we mogen allerlei smaken proeven. We voelen ons als een kind in een snoepwinkel. We bestellen een ijsje, een ijscake en twee cappuccino en zijn een bedrag kwijt wat we normaal niet eens aan ons avondeten kwijt zijn. Ach, gisteren hebben we niks uit mogen geven. Vervolgens worden we door de baas uitgenodigd om bij haar en haar vriendinnen van de middelbare school te zitten. Zij zijn allemaal hoogopgeleid, de een is cardioloog, de ander architect en weer een ander is ontwerper. Ik vertel hoe leuk het is om vrouwen tegen te komen die hun eigen geld verdienen, veel hebben we daar nog niet van gezien. Ze verzekeren me dat er juist veel vrouwen werken. Als vrouwzijnde moet je je bewijzen en dat stimuleert juist om te studeren en je eigen geld te verdienen, delen ze ons mee. Het klikt gelijk en waar anders kan je het over hebben met alleen vrouwen onder elkaar. We kunnen het niet met ze oneens zijn dat de mannen hier er over het algemeen goed uit zien. Dat hadden we zelf ook al geconstateerd. Maar ook onze Nederlandse mannen vinden ze cute. De cardioloog blijkt een partygirl te zijn en met haar 37-jarige leeftijd het ene tien jaar jongere vriendje voor de andere decennia jongere vent in te ruilen. Sex voor het huwelijk is misschien wel taboe in Iran, maar het gebeurt zeker wel. We hebben het over daten in Nederland en daten in Iran. Een periode van daten kennen ze hier niet echt, dan is het gelijk een relatie. Het klikt zo leuk dat we besluiten samen te eten. Er schuift nog een vriendin van hen aan, overigens ook weer een bloedmooie vrouw. Goede genen hier in Iran. In het restaurant blijkt onze partygirl de drie mannen naast ons te kennen en zo zitten we ineens aan tafel met onze nieuwe Iraanse vrienden. Er moeten allerlei selfies gemaakt worden en zelfs Lor en ik maken een Instagram account aan. Nu nog even oefenen op die selfies. De cardioloog is ondertussen allerlei vrienden aan het bellen omdat ze een zogenaamde gathering wil regelen voor ons. We hebben volgens haar ‘the real Iran’ niet meegemaakt, en dat geloof ik ook. Ik herinner me de video’s die Fatima uit Esfahan liet zien, van de feestjes waar ze kwam. Hoe gaaf zou het zijn om zoiets mee te maken. Door de drie mannen worden we uitgenodigd om even later de berg op te klimmen, daar hebben ze wodka. Maar drinken alleen om het drinken hoeft voor ons niet. De mannen moeten eerder vertrekken vanwege een telefoontje en als wij even later om de rekening vragen, blijken de mannen al betaald te hebben. De vrouwen lijken er niet heel erg van op te kijken. Als we op straat lopen worden we door een andere auto met mannen, bekenden van de partygirl uitgenodigd voor een gathering, wat uiteindelijk neerkomt om alcohol drinken bij iemand thuis. Zoals wij vooroordelen hebben, zullen zij die ook over Westerse vrouwen hebben en zien ons misschien als makkelijke ‘prooi’. Ook al doet de partygirl hard haar best om ons over te halen, toch slaan we over en worden we door een van de meiden terug naar ons hostel gebracht. Onderweg probeert er nog een man op bijzondere wijze onze aandacht te trekken door ons te achtervolgen. Onze lift vertelt dat mannen dit vaker doen. Mannen doen dus niet alleen zo raar omdat we westers zijn, sommige mannen zijn überhaupt gewoon raar.


De volgende dag hebben we weer een date gepland staan, dit keer met Niloofar, die we gisteren maar heel kort gesproken hebben omdat ze zelf aan het werk was in de ijssalon. Niloofar komt met nog een meisje aan, Zahra, die ze op straat heeft ontmoet. Zo gaat dat in Iran, je ontmoet iemand op straat, raakt aan de praat en je besluit om de dag samen te besteden. We beginnen bij de Vakilmoskee, het is de moskee waarvan ik een foto heb gebruikt voor deze blog. Destijds had ik geen idee dat ik deze moskee ook met mijn eigen ogen zou zien. Dit keer hoeven we gelukkig geen chador aan. Na de moskee komen we in een winkeltje terecht waar ze mooie mantels verkopen, die we nog altijd wilden hebben. En hoe kan het ook anders, Loriana en ik eindigen met dezelfde. In de bazaar kopen we nog wat laatste souvenirs waarna we naar een bijzondere shrine gaan. Er is een heel complex omheen en voordat we naar binnen mogen moeten we weer een bloemetjeschador aan. Al snel komt er iemand naar ons toe, van ‘International affairs’, mannen die speciaal toeristen ontvangen en rondleiden. Hij brengt ons naar een dakterras, van waar we mooi uitzicht hebben. Toeristen mogen eigenlijk alleen met zo’n gids rondlopen, maar onze eigen gidsen doen een goed woordje en mogen naast het complex buiten ook echt naar binnen, naar de heilige plaats binnen. ‘Jullie zijn nu even moslim’, zegt Niloofar ons en smokkelt ons naar binnen. Binnen zijn alle wanden, tot het plafond aan toe weer beplakt met spiegeltjes. We mogen geen foto’s maken. Het is er druk met vrouwen die bidden. We gaan net als alle vrouwen in de rij staan om de graftombe die in het midden staat aan te raken en zo te bidden. Ik doe een wens voor Iran, dat vrouwen in de toekomst zelf mogen kiezen of ze in chador over straat gaan of niet (ik heb die van mij tien minuten aan en weet nu al niet hoe snel ik hem weer uit wil). Een vrouw komt naar ons toe om te vragen of we wel moslim zijn. Het is me niet helemaal duidelijk waarom alleen moslims naar binnen mogen. Zahra legt uit dat ze bang zijn dat anderen rare gedachtes over hun geloof kunnen krijgen. Ik vind het juist minder gastvrij overkomen en vindt het juist verdacht maken. Na de shrine willen ze ons nog het liefst een andere moskee laten zien. Het is buiten zo’n 30 graden, in onze chador voelt het als 50 graden en willen zo gauw mogelijk hier weer uit, uit de chador. We nemen afscheid van Zahra en zoeken met Niloofar een restaurant om te lunchen. Een restaurant zoeken rond lunchtijd is nog niet zo simpel, maar uiteindelijk vinden we iets wat ook nog goed smaakt. We kopen ook gelijk eten voor onze treinreis waarna we terug naar ons hostel lopen. We doen Niloofar een Delfts blauwklompje cadeau en bedanken haar voor de leuke dag. Ze rijdt nog even mee met onze taxi en rijden vervolgens door naar het treinstation. Treinstations in Iran zijn niet zo centraal gelegen, deze zelfs twintig kilometer buiten de stad. We komen netjes op tijd aan voor onze reis terug waar we begonnen, Teheran.

In the desert

In het woestijndorpje Fahraj slapen we in een guesthouse. Even na aankomst wordt het diner geserveerd, het eten is opnieuw heerlijk. Onder andere met gestoofde aubergine. Er is een ander Nederlans stel, Mark en Janneke, die de volgende dag voor een deel met ons mee naar de woestijn zullen gaan.

Voordat we de volgende dag naar de woestijn vertrekken, verkennen we het schattige kleine dorpje. We bezichtigen een van de oudste moskeeën van het land en krijgen op straat een granaatappel aangeboden. We werken wat aan onzetanline, voor het eerst kunnen we in een t-shirt met korte mouwen in de zon zitten. Voor het eerst in de vakantie nemen we even wat langer de tijd om te relaxen. Als het drie uur is, worden we opgehaald door Mohammed, de broer van Masoud, van die het guesthouse is. We moeten ineens in twee groepen van drie personen, wat zou betekenen dat Lor en ik opgesplitst worden. We zijn het er niet mee eens en kunnen in twee groepen van twee en vier, Lor en ik samen met een Zwits/Italiaans stel. Het gaat een beetje gehaast en zonder uitleg, geen goede eerste indruk en ik vraag me af waar ik mijn geld aan uitgeef.

Deze eerste indruk wordt ook niet weg geveegd als we de kamelen, -eigenlijk dromedarissen-, zien staan. Met zijn tweeën staan ze onder een dakje aan een touw wat aan de neus bevestigd is. Loriana, principeel iets sterker dan ik, besluit dan ook om er niet op te gaan zitten. Ik heb er toch al voor betaald bedenk ik, dus nu wil ik ook wel weten hoe het is om op zo'n beest te zitten. Via een gemetseld trappetje klim ik er op. Carlo en Rachel, het stelletje, gaan samen op één. Waarom het nu een probleem was dat Loriana en ik niet opgesplitst wilden worden, wordt ons niet duidelijk. Misschien dat de gids het nou eenmaal zo in zijn hoofd had. Opnieuw is duidelijke communicatie niet een van de dingen waarvoor je in Iran moet zijn.

We rijden een rondje met de kamelen, waarna we met de jeep over de zandduinen gaan sjezen. Eerst nog niet heel indrukwekkend, maar Mohammed lijkt zich steeds meer uit te willen sloven. Ok, het is toch wel leuk. Hierna rijden we dieper de woestijn in, waar we bij een hoge zandduin afgezet worden. We krijgen de instructie dat we rechtdoor over de kam moeten lopen, totdat we opgepikt worden door Mohammed. Op de kam zien we de zonsondergang. Het zal nu al snel donker worden. Van Mohammed nog geen spoor. Ook niet als we bij het eind van de kam komen. En nu? Mark en Janneke, voor ons de nieuwe Henk en Ingrid, vinden het een rare bedoeling en stellen direct voor om Masoud op te bellen. Ik grap nog dat dit wel de manier is om toeristen op te lichten, 'nee al je spullen kan je achter laten, loop maar die kant op de woestijn in'. Henk en Ingrid vinden het niet zo grappig. Even later zien we verderop een lichtje knipperen, voor mij een signaal dat we daar naar toe moeten. Mark en Janneke zijn er niet zeker van en willen blijven wachten. Als we toch het knipperende lichtje volgen, lopen ze mee. Het knipperende lichtje blijkt op het hoofd te zitten van Mohammed, dus het was toch een logisch besluit. We moeten opschieten, de maan komt bijna op. We klimmen gauw een zandduin op, van waar we demoonriseop zien komen. Wat een gaaf gezicht. De maan op zien komen kan alleen als het volle maan is. Als we dit hadden willen plannen, was het ons niet gelukt. We zijn weer eens op het juiste moment op de juiste plek.

Na de opkomst van de maan moeten we nog drie kwartier lopen voordat we bij onze slaapplek zijn. Loriana komt naast me lopen, het gezeur van Henk en Ingrid, die niet van wandelen blijken te houden, kan ze even niet aan. Als we bij ons kamp aan komen, knettert het vuurtje al, door de tweede gids gesticht. Ik blijf nog even boven op een hoge zandduin zitten en genieten van het moment. Als ik naar de sterren staar, komt er een meteoriet met een lange staart voorbij schieten. Het kan niet beter. Er wordt gekookt in een grote pan op het vuurtje. Het is een van de lekkerste gerechten die ik heb gegeten, maar volgens mij denk ik dat bij elk gerecht wat ik opnieuw voorgeschoteld krijg.

Als we de pan hebben uitgelepeld nemen Mark en Janneke afscheid en wordt het echt gezellig. De waterpijp wordt er bij gepakt, en zo zitten we met zijn vijfen bij het kampvuurtje. Mohammed blijkt een moppentapper te zijn, een grappige. De slechte eerste indruk is totaal van de tafel geveegd. Hij heeft mooie verhalen die hij enthousiast vertelt. Hij blijkt ook wel eens te verdwalen in de woestijn en water in plaats van benzine in zijn auto te gooien. Dus we hebben nog best geluk dat we zonder problemen zo hier zitten te genieten. We lossen enkele zogenaamdeBlack Storiesop, waaronder het toepasselijke verhaal van de man die dood in de woestijn gevonden wordt. Door de volle maan hebben we geen zaklamp nodig. Het is zo'n fabelachtig gezicht. Je ziet je eigen schaduw in het geheimzinnige maanlicht. Rond half elf kruipen we onze slaapzakken in om onder de sterrenhemel te gaan slapen. Ik word een paar keer wakker 's nachts, maar ik slaap eigenlijk veel beter dan de nacht ervoor.

Om half zes worden we wakker, om de zon een kwartier later op te zien komen. De rest gaat nog even verder slapen, ik loop wat door de woestijn om foto's te maken. Slapen kan ik toch niet meer en ik ben inmiddels wel gewend aan weinig slaap. Het vuurtje wordt aangewakkerd en we bakken een omelet met tomaat. Na het ontbijt rijden we richting de bergen, even verderop. We lopen door de rotsen, wat vroeger een rivier geweest is. Je ziet de sporen van het water. Na de wandeling worden we teruggebracht naar het guesthouse. Voordat we het dorp inrijden herinnert Mohammed ons aan onze hoofddoek. Ohja, je zou bijna vergeten dat we in Iran zijn. We pakken onze spullen en worden terug naar Yazd gebracht. We lunchen bij onze vriend Hassan, de barista. Ik krijg een edelsteen aangeboden die ik een paar keer probeer te weigeren. Hassan kijkt me sip aan, 'Loriana accepteerde mijn cadeau ook al niet', waarna ik de steen toch aanneem. Loriana mag een schilderijtje uit het restaurant kiezen. We laten een pakje stroopwafels achter en nemen de taxi naar het busstation, die heel praktisch twaalf kilometer buiten de stad gelegen is. Hier pakken we de bus naar Shiraz.

Voor de camera's in Yazd

Samen reizen gaat ons heel goed af. Aan een halve zin of een blik hebben we vaak al genoeg om elkaar te begrijpen en we merken continu dezelfde dingen op, om haast bang van te worden. We hebben dezelfde behoeftes en worden dezelfde mensen zat, gelukkig niet elkaar. Zo kijken we vandaag allebei uit om naar Yazd te gaan, weer even wat meer vrijheid, en een bed! Na bijna twee weken slapen we vannacht weer in een echt bed. Eerst nog even met de bus naar Yazd.

We nemen afscheid van moeders en verblijden haar met een Delfts klompje. Van Fahrad hadden we al even ervoor afscheid genomen, die had plots een afspraak. We zouden met hem mee kunnen rijden, en toen had hij toch haast. Het lijkt in de cultuur te zitten om slecht nieuws zo lang mogelijk uit te stellen, dit heb ik ook terug gelezen in een column van Thomas Erdbrink, wel grappig om te herkennen.

Als we bij de busterminal aankomen, blijkt dat onze bus pas twee en een half uur later vertrekt. We besluiten onze tijd nuttig te besteden en alvast een treinkaartje te kopen voor onze laatste reis Shiraz-Teheran. Mannen op straat beweren dat er geen bus gaat naar het treinstation, tien minuten later brengt een bus ons tot ongeveer aan de deur. We kopen twee kaartjes voor de nachttrein met de informatie alleen in Farsi. Aan de hand van de taalsectie uit de Lonely Planet en later met hulp van de man achter ons controleren we de gegevens. Blij dat het gelukt is bedanken we de mannen en lopen tevreden weg. 'Uhm, money?' Oeps, glad vergeten te betalen. Als we uit het treinstation lopen worden we door een vrouw, van wat later blijkt de treinpolitie, naar ons paspoort gevraagd. We delen mee dat we niet nu met de trein gaan maar met de bus en we bedanken haar vriendelijk. Als we even later op de bus wachten, om terug te gaan naar het busstation, komen er twee politieagenten op een scooter aan, met daarachter de treinpolitie. Ze vragen onze paspoorten, om onduidelijke reden. Ze zijn erg vriendelijk, dus bang zijn we niet. Later wordt ons gevraagd in welk hotel we overnacht hebben. Ik weet maar één hotel bij naam, het Abassi hotel. Dat het hotel met à €200,- per nacht per kamer ietwat boven ons budget ligt, lijkt hen niet te verbazen. Gelukkig maar, want couchsurfen is niet zo legaal. Er is verder niks aan de hand en komen veilig bij het busstation aan. We willen nog bijna een lift aannemen van een man, maar op dat moment komt de bus. De treinpolitie roept nog naar ons toe dat we alleen met de bus moeten reizen, niet zomaar bij vreemde mannen instappen.

De busrit naar Yazd is voornamelijk door woestijn. Voor zonsondergang komen we aan en droppen onze spullen in het hotel en testen even de bedden uit, die liggen goddelijk. Voordat we gaan avondeten lopen we een rondje door de stad. We komen langs een moskee waar een ceremonie bezig is. Door een local worden we naar binnen geleid, er blijkt een aparte afdeling voor toeristen te zijn, op het balkon. We hebben mooi uitzicht en we kunnen hier niemand in de problemen laten komen. En we krijgen ook nog eens thee aangeboden. Heerlijk. Het is er allemaal goed geregeld, er wordt ook van alles vastgelegd op film. Naderhand raken we in gesprek met een Mulla, die ons souvenirs meegeeft. Een zwart sjaaltje wat zegt dat Imam Hossein staat voor liefde, rechtvaardigheid en gelijkheid, in die volgorde. Ik vraag de Mulla hoe het dan zit met de gelijkheid tussen man en vrouw. Rechtvaardigheid komt dus eerst. Hij vertelt dat in de Islam vrouwen gezien worden als tempel, vrouwen zijn immers in staat om een kind op aarde te zetten. De tempel moet beschermd worden. Om die reden dragen vrouwen chadors, en hoeven zij niet te werken. Als ze willen, mogen ze wel werken, maar zij krijgen al de eervolle taak om hun kinderen groot te brengen. Als de vaders 's avonds thuis komen, zullen ze ook nooit commentaar leveren op het huishouden. De man mag al blij zijn met een vrouw en zal haar eren. Volgens de Mulla dus rechtvaardig. Dit is zijn verhaal en hij brengt het zo mooi, dat ik echt geloof dat hij het zo ziet. Er is een meisje voor ons gaan staan, aan wie hij vraagt wat zij ervan vindt om een chador te dragen. Ze vertelt dat ze zich er goed in voelt en zich trots voelt met. Ze vragen wat wij er van vinden en ik deel eerlijk mee dat ik er soms wel moe van word. 'Ja, je moet er aan wennen'. De Mulla vertelt dat meer dan 98 procent van de bevolking democratisch heeft gekozen voor een overheid met dergelijke regels, wat moeten ze dan met die iets meer dan één procent? Ik opper dat die één procent dan alsnog hun eigen keuze zou kunnen krijgen, maar volgens de Mulla levert dat alleen maar scenes op. Ik vind het bijzonder dat hij zo stellig brengt dat er met 98 procent voor is gestemd. Wie heeft ooit een verkiezing meegemaakt met zo'n uitslag? Dat krijg je nog niet eens bij een plaatselijke verkiezing voor het mooiste bloemenmeisje. Het is een heel aangenaam gesprek met wederzijds respect, hoewel het op papier misschien anders overkomt. We bedanken hem en lopen verder de stad door.

Even later komen we bij het grote plein waar ik iets verder doorloop om nog wat foto's te maken. Loriana zie ik even niet zo snel terug. Al snel word ik aangesproken door twee meisjes, ze willen met me op de foto. Lor zal wel zo iets dergelijks meemaken en ik vind haar inderdaad terug in gesprek met een familie. Wat een vriendelijke mensen hier toch weer. Ze vinden het leuk om hun Engels met ons te oefenen. Een paar mensen volgen het gesprek geamuseerd waarop ik door een oudere man word aangesproken. Hij wil wel een Nederlandse vrouw, zegt hij lachend. Ik schat in dat ik mijn Nederlandse directheid wel kan gebruiken en vraag lachend terug hoe oud hij dan wel niet is. 55, dat is het dubbele meneer, toch bedankt voor het aanbod. Hij heeft ook nog wel twee zoons in de aanbieding, maar ik sla het lachend af. Ok, nu hebben we echt honger gekregen en gaan in het naast gelegen hostel, Kohan eten. Het eten is weer heerlijk en we raken aan de praat met een Zweed en Duitser naast ons.

Als we de volgende ochtend zitten te ontbijten komt de Zweedse jongen aanlopen. Hij is speciaal naar ons gekomen, of hij ons mag vergezellen om door de stad te lopen. We zijn te aardig om af te wijzen aan gaan met zijn drieën op pad. Als snel komen we bij een moskee waar we weer door een familie aangesproken worden. De dochter geeft ons extra informatie en laat verschillende tekens zien die voor verschillende imams worden gebruikt. Een van de tekens is het hakenkruis, 'you see, Hitlers sign'. Ik vraag of ze het niet vervelend vinden dat Hitler dit teken heeft gebruikt. Nu heb je een hakenkruis in je moskee, ben je mooi klaar mee. Hitler blijkt hier niet zo gezien te worden zoals wij hem zien in Nederland. Het meisje vertelt dat hij heel trots was op zijn roots, er klinkt niets negatiefs in haar stem en ik durf eigenlijk niet meer verder te vragen. Ik had al eens gelezen dat het beeld van Hitler hier vaak heel anders is. Onze vriend de Mulla komen we ook weer tegen in de moskee en hij laat ons het waterbassin zien. Vroeger ging de put tot 120 meter, nu moet men 200 meter diep om water te kunnen bereiken. We zagen ook al een briefje in het hostel hangen, dat het in heel 2015 28 milimeter geregend heeft. Dat valt in Nederland op één natte dag. Zuinig aan met water dus.

Ondertussen hebben we trek gekregen in koffie. De Zweed heeft of minder een verslaving, of had toch andere plannen en verlaat ons. Via tripadvisor had ik een perfect café gevonden, maar helaas blijkt het adres niet te kloppen. Een familie vraagt waar we moeten zijn en stelt voor om ons af te zetten bij koffie. Prima en we klimmen de auto in. Wonder boven wonder komen we op deze random manier toch uit bij het café wat we zochten, anderhalve kilometer verderop. De barista is supervriendelijk en we leren elkaar woordjes. Omdat hij zo fan is van Nederlands geven we hem een Nederlands klompje. Als we na de koffie in een winkeltje staan, krijgt Lor een ring van de barista aangeboden, die ze niet kan aannemen.

We volgen soort van de walking tour die door de Lonely Planet wordt voorgesteld en komen langs een ruïne van een traditioneel huis. Ik verzamel allerlei scherven, sommige dingen veranderen nooit. Later nemen we een kijkje in een duur hotel en gaan we ergens lunchen. De ober vraagt vertwijfelend of ik Iraans ben, 'Nah'. Na het bezoeken van een historisch huis sluiten we de tour af met uitzicht vanaf de acherkant van een moskee. Als we de trap oplopen worden we helaas al snel terug gefloten. We nemen nog vlug een paar foto's voordat we afdalen.
Als we terug naar het hotel lopen worden we door een groepje meisjes in chador gevraagd voor een foto. Wij willen zelf deze foto uiteraard ook. 's Avonds eten we op een dakterras met mooi uitzicht. Het koelt iets af, maar een koud biertje zou toch niet misstaan op deze mooie 'zomeravond'.

De volgende ochtend checken we uit, maar laten onze bagage nog even achter. Om half één 's middags is er een (goddank de laatste) ceremonie te zien en is er een speciale tour voor toeristen georganiseerd. Van te voren willen we nog even naar de bazaar, maar die blijkt dicht, vast vanwege de ceremonie. Dan maar even met de bus naar een Fire tempel, een van de oudsten van het land. Random word ik door een man aangesproken in het Spaans, 'si yo hablo un poco Español', en begint te vertellen in het Spaans. Als we weer buiten op de bus wachten en een man hoort dat we uit Nederland komen, vraagt hij of we Frans spreken. 'Oui, un petit peu' en begint een heel verhaal in het Frans af te steken. Pf, even schakelen zeg. Voordat we met de tour meegaan drinken we nog koffie bij onze vriend Hassan van gisteren.

We verzamelen bij de moskee om in een groep naar een dakterras te lopen. Er is een filmploeg mee, die een aantal close-ups van ons maakt. Het moment dat ik het dakterras op loop en het uitzicht in me opneem, krijg ik kippenvel. Daar staat een hele straat vol met mannen in zwart gekleed, uit volle borst mee te zingen en zwaaien allemaal op hetzelfde moment hun armen in lucht. Ik ben blij dat we hier boven staan en het rustig kunnen bewonderen, zonder in de mensenmassa weggedrukt te worden. Mijn talenknobbel wordt nog even uitgedaagd als een (andere) Mulla ons in het Duits aanspreekt. 'Ah, Holland, sprechen Sie Deutsch?' 'Ich verstehen das ja, ein bischen'. De cameraman neemt nog een aantal close-ups van ons en ik doe mijn best om zo normaal mogelijk te doen. Ik ben niet zo goed met camera's. Onze vriend de Mulla is er ook en we gaan samen op de foto. Weer vier camera's staan er op ons gericht. Een moment later wil een vrouw met ons op de foto, wat later een politicus blijkt te zijn. Voordat we gezamelijk gaan lunchen (weer nazri), wordt er ook nog een groepsfoto gemaakt. Ik ben benieuwd waar deze foto's allemaal eindigen. Tijdens de lunch wordt ons gevraagd of ze ons mogen interviewen, over de ervaringen die we hebben opgedaan tijdens de ceremonies. We stemmen in, ik mag eerst en krijg een heus zendertje om. Hoofddoek goed, alle knoopjes dicht. De vragen gaan voornamelijk over mijn ervaring met Muharram, zou ik nog een keer terugkomen tijdens Muharram en wat vind ik zelf persoonlijk van Imam Hossein. Goh, ik heb hem niet persoonlijk gekend denk ik in mijzelf, maar hij is moedig? Als laatste wordt naar mijn mening gevraagd over de verplichte hejab. Ik vertel dat er vrouwen in Nederland ook hoofddoeken dragen, maar daar wel de vrije keuze krijgen. Een optionele hoofddoek had ik prettiger gevonden, niet verplicht. Lor weet er in haar interview nog aan toe te voegen dat ze vindt dat vrouwen ook hun recht hebben om te rouwen, in plaats van alles te scheiden.

Na deze vrij intense ervaring rijker zijn we opnieuw toe aan koffie en bestellen een ijskoffie bij onze vriend. We halen onze bagage op en wachten tot we worden opgehaald door de man bij wie we gisteren een tour in de woestijn hebben geboekt. We zullen eerst in een guesthouse overnachten, in een dorpje buiten Yazd, waarna we een nacht in de woestijn gaan bivakeren. We laten de hectiek van de stad achter ons en duiken de natuur in. Heerlijk.

Rouwfestijn

Vandaag is het Tasoa, de negende dag van Muharram en de eerste dag van de twee meest religieuze dagen van deze tijd. De ceremonies die we eerder hebben gezien zullen intenser zijn en morgen zijn piek bereiken. Alle winkels en bezienswaardigheden zijn dicht. Er is geen vervoer. We zullen onze dag dus anders moeten inrichten dan we normaal zouden doen. We laten ons leiden door Fahrad, die heeft wel wat ideeën voor vandaag.

We gaan eerst naar Fire tempel, moeders gaat mee. Daar aangekomen vergezellen Fatima en haar tante ons ook. De Fire tempel, wat ooit bij de Zoroastrians hoorde, staat bovenop een heuvel, vanwaar we uitzicht hebben over Esfahan. Ik merk aan Fahrad dat hij wat zenuwachtig is omdat Fatima erbij is. Luid bedankt hij ons voor 'the strategy', waarna Fatima vraagt waar hij het over heeft. Tactisch zijn is niet een van zijn sterkste kanten.

Na de Fire tempel bezoeken we een traditioneel huis. Ik weet niet hoe, maar Fahrad heeft geregeld dat we het kunnen bezichtigen. Fatima legt ons van alles uit over de voorwerpen die tentoon worden gesteld, waar die vroeger voor gebruikt werden. We staan versteld van haar kennis, op deze manier krijgen we veel meer mee. Na een rondleiding door het huis met courtyard komen de bakjes eten, nazri. Midden in het traditionele huis picknicken we, erg bijzonder om zo'n huis voor ons alleen te hebben.

Als we buiten komen zien we het verhaal van Imam Hossein uitgebeeld in poppen, te vergelijken met een soort uitgebreide kerststal. Er om heen zijn kindjes aan het spelen en spreken ons brutaal aan. Onze woordjes Farsi vinden ze hilarisch. Er volgt een optocht en we krijgen rozewater over ons heen gespoten. Ik zie een paar mannen op blote voeten lopen, ook een symbool van zelfkastijding.

Vervolgens bezoeken we nog een traditioneel huis, deze iets minder boeiend en gaan naar huis om even bij te komen, voordat we in de avond weer naar een ceremonie gaan. Voordat we een moskee opzoeken gaan we eerst naar Pole Khaju, een oude brug waar ik twee jaar geleden een liedje over heb geleerd. Nouja, ik kan me nog één zin herinneren. Onder de brug is een andere man aan het zingen. Hij heeft wel zangtalent. Voor Shahab zing ik de enige zin die ik nog ken, wat op de telefoon wordt vastgelegd als bewijs. De brug is mooi verlicht en om die reden erg fotogeniek. Een paar locals horen mijn paar woordjes Farsi en willen nog meer horen. Ik weet niet goed of ik nu word toegelachen of uitgelachen, maar iedereen vermaakt zich.

Na het vermaak wordt het tijd voor rouw. We gaan naar de grote moskee waar ik gisteren in mijn eentje ben binnen gegaan. Loriana en ik zijn de enige toeristen en we gaan met moeders even binnen kijken. Later staan we weer op het plein te kijken. Opnieuw zien we mannen zingen en met kettingen op hun rug slaan. We proberen een beetje onopvallend foto's te maken van mannen ar komen. Ook hij heeft kettingen in zijn hand en maken van het moment gebruik om samen op de foto te gaan. Zijn vader kijkt trots toe. Plotseling staat Fahrad naast ons met als enige mededeling: 'we have to go now'. We vinden het een nogal onbeleefde manier om zo een gesprek binnen te vallen en te eisen om het af te kappen en proberen het gesprek netjes af te ronden. We komen zo, delen we Fahrad mee. Hij belt ons direct erna en zegt dat hij iedereen naar ons ziet staren wat hij niet prettig vindt. Ja he he, welkom bij onze trip, dat hebben we continu. Direct raken we aan de praat met de jongen links van ons die ook nieuwsgierig is wat we hier doen. Hij heeft nog nooit toeristen gezien bij zo'n ceremonie. Ondertussen voelt Loriana de telefoon weer rinkelen. Net als we vragen wat de jongen, die toerisme studeert, er van vindt dat wij komen kijken, of hij het vervelend vindt, breekt Fahrad opnieuw in op dezelfde manier. Ok, misschien moeten we maar gaan.

We hebben allebei een nare nasmaak en ik spreek Fahrad op zijn gedrag aan. Wat maakt dat je zo een gesprek binnen komt vallen? We praten langs elkaar heen. Hij zegt niet te begrijpen waarom we niet luisteren bij de enige keer dat hij leiderschap toont en stelt voor om ons terug naar de moskee te brengen als het gesprek zo belangrijk voor ons was. Ik probeer uit te leggen dat het de manier waarop was wat we onbeleefd vonden en ook al was het mijn vader, ik ook niet zou luisteren. Hij praat over leiderschap, wat me nog meer het gevoel geeft dat vrouwen hier gedoemd zijn om te volgen, ik heb het over onbeleefdheid. De discussie gaat nog even door, ondertussen probeer ik modellen voor me te zien vanuit de psychologie die me hierbij kunnen helpen. Ohja, vragen blijven stellen. Hoe had hij voorgezien dat we zouden reageren? Opnieuw gaat het over leiderschap. Uiteindelijk komt de halve aap uit de mouw. Volgens Fahrad zijn we van begin tot eind in de gaten gehouden, wisten mensen dat we met Iraniers daar waren en zouden wij in de problemen kunnen komen als we ons anders zouden gedragen. Een man een hand geven zou al teveel kunnen zijn in de ogen van hele religieuze mensen. Daarnaast zijn mensen op dit soort dagen in alle staten en kunnen onvoorspelbaar reageren, aldus Fahrad. We bieden onze excuses aan, we zouden nooit willen dat iemand in de problemen komt door ons toedoen. Loriana en ik zijn toch een beetje zelfstandiger en eigenwijser dan ze in dit land gewend zijn. En door alle aardige mensen die we ontmoeten vergeet je haast met wat voor overheid je te maken hebt. Wij hebben natuurlijk geen idee eigenlijk en hebben ook niet al die dingen meegemaakt die Fahrad doorgemaakt heeft. Nog steeds begrijp ik echter niet waarom je ons hier naar toe zou nemen, dit had je op voorhand kunnen weten, of ons in ieder geval beter kunnen instrueren. Communiceren lijkt een magisch woord. Fahrad zou nog ergens naar toe willen om de avond leuker te laten eindigen, maar wij zijn vooral heel erg moe en willen graag slapen.

Tijdens Ashura, de tiende dag van Muharram gaan we naar Abyaneh, een klein dorpje bestaande uit rode kleihuisjes tegen de bergen. Het is twee uur rijden naar het noorden, onderweg komen we langs nucleaire kernreactoren waarvan weinig te zien is omdat ze ondergronds zijn. De tanks die ze beveiligen zijn wel te zien. Wanneer we bij de afslag aankomen, worden we gecontroleerd door politie, om te voorkomen dat Abyaneh overvol raakt. Omdat wij toeristen zijn mogen we doorrijden. Al snel komt er iemand aanrennen met soep, mensen zijn zo blij om nazri uit te delen.

In het dorpje aangekomen zijn er aardig wat andere toeristen, waarschijnlijk zo'n tourbus van een reisorganisatie aan de mensen te zien. We worden volgestauwd met zoetigheid. Er hangt een gemoedelijke sfeer en het is een fijne afwisseling om mensen niet alleen maar in zwart gekleed te zien. Er wonen veel oude vrouwtjes in het dorp, omhuld in bloemetjesjurken en sjalen. Het is de traditionele kleding van het dorp. Gewapend met stok begeven ze zich over de soms steile paadjes en ongelijke grond. Het is een mooi gezicht. Stiekem proberen we ze op de foto te zetten.

We komen aan bij de zogenaamde 'Nagle', een soort tempel die door mannen wordt gedragen. De Nagle wordt door de smalle steegjes naar beneden naar de moskee gedragen. Daar aangekomen staat er al een lange rij voor de Nazri die even later wordt uitgedeeld. Moeders gaat voor ons in de rij staan, zodat wij ondertussen de rest van het dorpje kunnen verkennen. De rij duurt minstens een uur. Fahrad had eerder in de rij willen staan, maar hoewel we Nederlanders zijn, we zijn hier niet voor het gratis eten. Na de lunch wordt de Nagle met touwen terug naar boven gehesen. Opnieuw worden er koekjes en thee uitgedeeld. We wilden onze hosts eigenlijk trakteren op een lunch als bedankje, maar tijdens Muharram blijkt dat onmogelijk.

Op de route naar huis stoppen we bij een ander dorp, waar een theaterstuk is over het verhaal Imam Hossein. We worden tegengehouden. Ook al zijn we helemaal bedekt en in het zwart gekleed is het niet genoeg, nee we moeten in chador. Binnen aangekomen staat het geluid heel hard, het galmt weer eens lekker hard door. Het duurt even voordat het bij me doordringt dat de vrouwelijke karakters door mannen worden gespeeld. Vrouwen mogen niet zingen, geen toneelspelen. Omdat het geluid wel erg hard staan blijven we niet lang en bezoeken we een naast gelegen minimusuem. Een man heeft allerlei materialen gerecycled om miniaturen van te maken, erg creatief. Ook brengen we nog even een bezoek aan een oude moskee. Achter de moskee is een soort van ruïne, waar we in klimmen. Ik moet voorzichtig zijn van Fahrad. Als ik zeg dat ze vooruit mogen, met als doel dat hij even alleen met Fatima is, begrijpt hij mijn hint niet. 'No we go together'. Ik word een beetje moe van de vast goed bedoelde zorgen, maar ik ben geen kind van 3. Ik heb behoefte aan vrijheid. Eerst een chador aan, dan niet mijn eigen kant op kunnen lopen. Morgen gaan we gelukkig naar Yazd en kunnen we weer onze eigen plan trekken.

Flirten in Esfahan

We komen 's avonds met de bus aan in Esfahan. We laten de buschauffeur met Fahrad, onze host, communiceren om af te spreken waar we uit moeten stappen. Bij de busterminal aangekomen zie ik Fahrad van een afstandje aan komen lopen. Het is twee jaar geleden dat ik hem voor het eerst heb gezien, destijds in Engeland bij zijn broer Shahab, de vriend waardoor ik op het idee kwam om naar Iran te gaan. Gek om elkaar in een heel ander land te zien, met andere regels. Toch geven we elkaar een hand.

Moe van de dag besluiten we direct naar huis te gaan, en niet eerst nog door de stad te banjeren. Ik heb geen idee hoe of waar Fahrad woont. Ik hoop zijn moeder dezer dagen ook te kunnen zien. Thuis aangekomen blijkt dat geen probleem, zijn moeder woont bij hem in. We worden heel hartelijk ontvangen. Ze spreekt een klein beetje Engels, maar genoeg om te communiceren. Ze vertelt dat ze geen dochters heeft, nu heeft ze er twee. Echt, wat een lief mens, je zou haar direct als schoonmoeder willen.

Tijdens het avondeten klinkt er, muziek/lawaai/gezang, hoe zullen we het noemen. Er is voor het huis een ceremonie aan de gang vanwege Muharram, waar we na het eten een kijkje nemen, samen met moeders. Er staat een grote tent opgezet die in tweeën is gedeeld, een mannen- en vrouwengedeelte. Ze laten ons even de tent in, maar het is al bijna afgelopen. We zien de vrouwen op de grond zitten, het is er harstikke warm wat ook te ruiken is. Een paar vrouwen zie ik met betraande ogen. Als we terug naar huis lopen zie ik een jongen de tent uit komen met een bebloed gezicht. Het valt me op dat er veel mensen zijn van onze leeftijd. Dat je je zo laat gaan voor een geloof kan ik me niet voorstellen.

De volgende ochtend worden we voor 8 uur al wakker. Die dag gaan we met moeders op stap. We beginnen bij de grote beroemde square, Naqsh-e Jahan Square, waar we Ali Qapu palace bezoeken. We hebben een mooi uitzicht over het plein. Helaas voel ik me niet heel lekker en licht in mijn hoofd en heb ik cola nodig. Na de cola voel ik me gelukkig een stuk beter en lopen we naar de grote moskee aan het plein, Mashed-e Shah. De moskee is jammer genoeg dicht voor toeristen, maar gelukkig hebben we onze moeder bij ons, wat een pittige tante blijkt en weet ons naar binnen te praten. Ik hoor haar zeggen dat ik er Iraans uit zie, dat telt toch ook? Een man loopt met ons mee, van wie we een tour krijgen. Grappig, zo is eerst de moskee voor je gesloten, het volgende moment krijg je een privé-tour in een bijna lege moskee. Omdat we haast de enige zijn maakt het nog meer indruk. Wat een imposant gebouw. We krijgen nu veel meer mee van de moskee dan wanneer we hier alleen zouden lopen. Op één punt van de moskee, onder de dome, kan iedereen je horen als je daar praat. Een hele duidelijke echo, hele bijzondere ervaring en niet te beschrijven. Na de rondleiding kunnen we ook nog in gesprek met de Mullah. Ik vraag hem hoe hij denkt dat Iran zich de komende jaren zal ontwikkelen, nu er meer toeristen uit Westerse landen komen en hoe hij denkt over de invloeden uit deze landen. Een heel politiek correct antwoord krijgen we terug, maar hij lijkt zich wel zorgen te maken over de Westerse invloeden en dat de Iraanse cultuur minder goed bewaard blijft doordat er zoveel massacultuur is. Als voorbeeld noemt hij dat in zijn cultuur spijkerbroeken niet voorkomen, maar dat je iedereen er mee ziet lopen. Mensen zijn volgers, straks zijn we allemaal hetzelfde. Ik durf niet verder te vragen hoe het zit met vrouwen- en homorechten en we bedanken hem voor het gesprek. Aan de boom zien we een geit vastgebonden, die wordt een dezer dagen opgegeten.

We lopen door de bazaar, die het plein omringt, naar een andere moskee, Masjed-e Sheikh Lotfollah en moeten even wachten tot die open gaat. Deze is een stuk kleiner dan de vorige, mogelijk vroeger gebouwd als prive moskee voor een harem. We betalen niet extra voor een tour, maar toch krijgen we een extraatje. Een medewerker laat zien dat op het plafond een pauw zichtbaar is, door de zon die op de tegels schijnt. Hadden we zelf niet gespot. Ik vraag in Farsi hoe hij heet en hoe het gaat, waarop hij mijn camera vraagt. Hij wil een foto van me maken, of ik even daar kan poseren. Ok. Laat ik alleen niet de uitverkoren persoon zijn om te poseren voor foto's, maar het idee is leuk.

Inmiddels hebben we wel trek gekregen en moeders brengt ons naar een traditioneel restaurant, wat heel mooi met spiegels gedecoreerd is. Ik bestel het lievelingsgerecht van Shahab, 'beryani', wat zal hij jaloers zijn als hij de foto ziet. Het eten is heerlijk, het beste wat ik tot nu toe nog heb geproefd en we eten onze buik rond. Een man naast ons vraagt waar we vandaan komen en wat we van Iran vinden. Openlijk komt hij er voor uit dat de overheid slecht is en dat hij het maar niks vindt dat vrouwen een hoofddoek moeten dragen. Zijn dochter van 13 moet er nu ook aan geloven. Ik ben het met hem eens en het verbaast me dat hij er zo open over vertelt midden in een restaurant. Achter hem zie ik een man met ons meeluisteren. Fahrad heeft verteld dat de overheid alles in de gaten houdt en ook toeristen nauwlettend volgt. Als we een foto hadden gemaakt van de nucleaire energie op de weg van Kashan naar Esfahan, hadden ze dat geweten en wij uiteindelijk ook.

Met een gevulde maag gaan we shoppen in de bazaar. Het eerste gedeelte oogt toeristisch, maar hoe verder we lopen, hoe 'beter' het wordt. Een man wil ons heel enthousiast iets laten zien en loopt hard voor ons uit. Als we aangeven dat we niet zo snel lopen, deelt hij casual mee dat hij in de oorlog was in Syrie en gewend is om (op) te schieten. We zien een hele oude gemaal en een kleine moskee. Als we weer door lopen raken we weer met iemand anders aan de praat. Voor we het weten staan we op het dak van de bazaar. Moeders is hier ook nog nooit geweest en is blij verrast. Echt, wauw, wat is dit toch ontzettend gaaf. De mensen van Iran hebben echt een plekje in mijn hart veroverd. Hoe enthousiast iedereen hier toch is, en wij in Nederland maar zeuren. Bijzonder ook tegelijk, want ik zie de liefde voor hun land als grote verbintenis, terwijl er een grote verdeeldheid heerst. Een groep tegen en een groep voor de huidige overheid en systeem. Zou die gedeelde liefde de mensen niet kunnen verbinden? De mensen die we spreken zijn allemaal tegen het systeem, maar weten ook niet hoe het zich zal of moet ontwikkelen in de toekomst. Misschien dat de volgende generatie anders denkt, opperen sommigen. Het lijkt soms een hopeloze zaak. Dan maar de hoofddoek weer goed doen en verder gaan.

Van de man die ons naar het dak heeft geleid krijg ik spontaan een zoen, die ik dusdanig kan ontwijken dat die op mijn wang komt. 'You, beautiful'. Misschien dat ik er, ondanks mijn Iraanse look er voor hen exotisch uitzie omdat ik witter ben? Terug in de bazaar kopen Lor en ik allebei traditionele Iraanse schoenen. Moeders dingt nog iets van de prijs af. Ze ziet er erg modern uit en met ons aan haar zijde is iedereen verbaasd dat ze Iraans is.

Bij zonsondergang komen we aan op een andere square met een andere, ook een hele grote moskee. Het is gebedstijd en we kunnen de moskee niet in zonder chador. Van de buitenkant is het alsnog mooi om te zien. Inmiddels is Fahrad klaar met werken en gaan zijn kant op. Hij wil ons graag een ouderwetse mannensport laten zien. Als we bij de sporthal arriveren blijken de mannen niet te sporten in verband met Muharram, maar laat Fahrad alsnog zien wat het idee is.

Fahrad moet nog even naar een klant en we worden afgezet bij Hast Behesht palace, vanwaar we een andere bazaar inlopen. In de bazaar wordt weer nazri uitgedeeld, waar we dankbaar gebruik van maken. We vallen weer op en de mannen (alleen mannen delen nazri uit) vragen of ze met ons op de foto kunnen. We worden zelfs achter het kraampje uitgenodigd en zo staan er vier camera's op ons gericht. Wat moet moeders wel niet denken met al die aandacht? We sluiten de avond met zijn vieren af op de brug, pole Si-o-seh. Brug 33, vanwege de 33 bogen die de brug telt.

Iets relaxter dan de volgende dag staan we op en gaan we dit keer met Fahrad op pad. Eerst naar een Cathedraal, Kelisa-ye Vank, in de Armeense buurt, die ik nog graag wilde zien. Interessant om de mix van Islamitische en Christelijke invloeden in de architectuur terug te zien. Hierna stelt Fahrad voor om thee te drinken in een theehuis wat net een museum is. Hij heeft gelijk, er hangen allerlei dingen aan het plafond en de muren. Er is veel verzameld. We ontmoeten Fatima, een meisje waar Fahrad een oogje op heeft. Als echte wingmans nodigen we haar bij ons aan tafel uit. We leren dat wanneer vrouwen een aanzoek krijgen, ze de thee in moeten schenken zonder te knoeien. Voor ons zit er beide geen huwelijk in als je naar de tafel kijkt. Fatima en haar tante lopen na de thee nog even met ons mee en we wisselen telefoonnummers uit. Vooral zodat we Fahrad blij kunnen maken denken we, maar die blijkt haar telefoonnummer al te hebben. Na de thee zijn wij toe aan koffie en zoeken een koffiebar op, waar we het liefdesverhaal van F&F bespreken. Fatima is zelf een modern meisje wat Engels studeert. Haar familie daarentegen is traditioneel. Ze hebben elkaar ontmoet op een brug en nummers uitgewisseld. Maar voordat ze op date zouden kunnen, is het hier gebruikelijk dat de moeders elkaar bellen. De moeder belde alleen voor Shahaab, zijn broer, en liep het plan een beetje spaak. Fahrad had een strategie nodig, hoe nu verder. Kan je haar niet gewoon op date vragen? Maar daten in Iran gaat nog niet zo makkelijk en wij weten ook niet hoe ver je kan gaan met flirten.

We bedenken om haar de komende dagen mee te vragen, of mee naar de woestijn, of mee naar de ceremonies. Zo zal het niet een date met hun tweeën zijn wat haar vader niet zal accepteren, maar gewoon een vriendenuitje.

Thuis lunchen we laat waarna we een berg gaan bewandelen, samen met moeders en een vriend van Fahrad. Na een uur wordt het al donker, maar er is een heel pad aangelegd wat verlicht is, dus is het niet zo'n probleem. Vanaf de berg hebben we een mooi uitzicht over de lichtjes van Esfahan. Bovenaan begint het alleen heel hard te waaien en zelfs te onweren. We lopen gauw terug naar beneden met af en toe een zandhoos. Ondertussen leren we Fahrad en Amir het fenomeen 'sarcasme', wat niet echt een ding lijkt in Iran. Als we beneden zijn vraagt de moeder hoe het was, waarop Loriana antwoordt dat het fantastisch was. 'Oh, so now she is being sarcastic right?' Ze moeten nog even oefenen.

Na de wandeling heb ik nog wel zin om de stad in te gaan, met Fahrad en Amir, Loriana blijft thuis. We gaan naar een van de grote moskeeën, waar ik in mijn eentje naar binnen ga. De mannen zingen aan de andere kant en slaan ritmisch op hun borst. Sommige vrouwen lezen de Koraan, anderen kijken een beetje verveeld voor zich uit en weer anderen kletsen gezellig bij. Kinderen rennen er tussendoor, die zijn natuurlijk blij dat ze tot zo laat op mogen blijven. Ik ga weer terug naar Fahrad en Amir en we lopen door naar een andere moskee. Ik grap dat als ik een chador had gehad, ik niet zo zou opvallen. Even later spreekt Fahrad een meisje aan die zomaar een extra chador onder haar zwarte gewaad vandaan haalt. Ik mag hem lenen voor die avond. Voor nu kan ik er wel om lachen en doe hem om. Wat is het warm! Zoals ik altijd doe, ook in Nederland maak ik veel oogcontact. Ik merk dat mensen inderdaad minder naar me kijken, maar soms zie ik vertwijfelende blikken. Hm, misschien moet ik wat minder oogcontact maken. We komen bij de andere moskee aan. Fahrad oogt wat gestresst. Don't worry vertel ik hem. Ik zit hier in een heel ander land, in een chador bij een ceremonie wat ik nog nooit heb meegemaakt, en maak me ook geen zorgen. De spanning blijkt veroorzaakt te worden door een groep jongens gekleed in legerbroeken en kisten, de zogenaamde Basij, een paramilitaire militie die loyaal zijn aan de opperste leider Khamenei. De Basij waren ook betrokken bij de (mislukte) revolutie in 2008, waar een vriend van Fahrad is verdwenen. Dan begrijp ik de spanning wel. De jongens lopen er ontspannen tussendoor en lijken geaccepteerd te worden. Verder vind ik de sfeer gewoon ontspannen. Het is een tijd van rouw, maar het doet me meer denken aan een buurtfeest, waar iedereen gezellig aan mee doet. Er komt een optocht langs waarbij de mannen op het ritme van muziek zichzelf op de rug met kettingen slaan. Het ziet er minder pijnlijk uit dan ik me voorgesteld had. Gelukkig maar, want ik zie ook kleine jongetjes meedoen, zo oud als mijn neefjes. Na alle indrukken ben ik moe en vind ik het tijd om naar huis te gaan. Maar Fahrad en Amir willen nog op zoek naar nazri. Die vinden we bij weer een andere moskee. In Iran doen we niet aan pubcrawls, maar aan moskcrawls. We hoeven niet in de rij voor de nazri, van een mannetje krijgen we maar liefst vijf porties mee. Geen tarof, hij is blij dat hij het ons kan geven. We eten de rijst, die heerlijk is klaargemaakt overigens, op de brug op. Iedereen zie je met bakjes lopen. Ik moet er niet aan denken om voor de hele stad eten klaar te maken. Uitgeput komen we thuis. Mijn lijf is moe, maar door alle indrukken val ik moeilijk in slaap.

Koffie in Kashan

In het hostel in Kashan aangekomen moeten we ons eigen bedje in een mixed dorm opmaken. Weer geen echt bed, maar een matrasje op de grond.

De volgende ochtend hebben we eerst koffie nodig. Gelukkig hebben we een tip van een Nederlands meisje die koffiefanaat is, want goede koffie vinden in Iran is nog een uitdaging. We worden stiekem op de foto gezet door meisjes in chadors, en wij maar steeds braaf vragen.

Na de heerlijke koffie bezoeken we een historisch huis en kopen we gelijk een combi-ticket voor nog twee andere bezienswaardigheden. In het traditionele huis, 'Khan-e Tabatabei' worden we een paar keer gevraagd voor de foto. Opvallend, want in Kashan lopen aardig wat toeristen rond dus zullen we niet de eersten zijn die ze zien. Na het eerste huis dwalen we rond door de stoffige straatjes, het is net een doolhof. We komen uit bij de oude stadsmuren waar we bovenop klimmen en hebben zo een mooi uitzicht over de stad. Overal zie je bolletjes van moskeeën. We klauteren er weer af en komen langs een winkeltje waar Loriana een ketting koopt. We onderhandelen over de prijs via de telefoon, met iemand die wel Engels spreekt. Toch alweer een activieve dag met zo'n 30 graden.

We zijn toe aan een hammam en bezoeken er een. Helaas fungeert deze alleen maar als museum. Kijken, kijken, niet baden. Het wordt tijd voor lunch en via een tip komen we bij een traditioneel restaurant, lichtelijk toeristisch, maar ook veel lokale toeristen. Dat het er druk is, is niet voor niets, het eten is heerlijk, wat we uiteraard op een kleedje opeten. De laatste bezienswaardigheid, 'Khan-e Abbasian', van onze combi-ticket blijkt er naast te zitten en pakken we na de lunch gelijk mee. Een huis met zes verdiepingen uit het jaar nul, ok niet letterlijk, maar wel heel oud en dat met stalen constructie, erg bijzonder. Op de achtergrond horen we een 'fanfare', vast een optocht vanwege Muharram. Het klinkt steeds verder weg en we accepteren dat we het niet gaan zien, komt wel een andere keer.

Als we buiten lopen horen we de muziek weer dichterbij. We zullen toch niet weer op de juiste plek op het juiste moment aankomen? En ja hoor, we lopen een straat uit en zien daar allemaal mensen in het zwart. Sommige mannen hebben een trommel vast. Groepjes mannen tillen omstebeurt een hele zware metalen constructie met versieringen. Ook een vorm van zelfkastijding? Het ziet er in ieder geval niet comfortabel uit. We voelen ons nogal bezwaard, alle blikken zijn op ons gericht. Ook niet zo gek, les 1: hoe val je op in Iran? Draag een witte blouse als iedereen zwart draagt of heb als enige blond haar. Gelukkig worden we al snel uitgenodigd door een paar meiden en willen ze met ons op de foto. Nieuwsgierig vragen ze waar we vandaan komen en wat we hier doen. We zijn van harte welkom in hun stoet. Dan valt het me pas op dat alle vrouwen op de stoep lopen en alle mannen op straat. Alleen als de stoep ophoudt, lopen we een stukje over straat om vervolgens snel de stoep weer op te gaan. Ondertussen krijgen we kinderen in onze armen gedrukt. De moeders willen graag een foto. De trommels klinken hard en een mannenstem galmt erover heen. De galm echoot lekker door, dat lijkt een ding te zijn hier. Na wat straten mee gelopen te hebben vinden we het mooi geweest en nemen we afscheid.

We komen even bij in ons hostel en gaan in een ander hostel dineren. Onderweg komen we langs een moskee die we nog niet gezien hebben. We zien alleen mannen buiten zitten en vertwijfelend lopen we langs. De vrouweningang zal wel ergens anders zijn. Maar al snel worden we vriendelijk gewenkt en lopen we naar binnen, waar we op een binnenplaats terecht komen. We staan nog maar net om ons heen te kijken of we worden verwelkomt door twee jongens. Ze willen wel het een en ander uitleggen en zo leren we dat de moskee eerder een religieuze school is. Als ze vragen wat we de volgende dag gaan doen en we vertellen dat we naar de bazaar en Fin garden gaan, stellen ze voor om ons te vergezellen. Zo kunnen ze hun Engels leren. Sure, why not, en we wisselen telefoonnummers uit. In Nederland gaat dat eigenlijk nooit zo makkelijk.

We lopen door naar Eshan hostel om te eten, wat door meerdere personen ons is aangeraden om te slapen, maar helaas vol was. We zien een meisje een beetje zielsalleen zitten en we nodigen haar uit om bij ons aan te schuiven. Ze blijkt uit Polen te komen en maar anderhalve week in Iran te hebben. Ze vertelt dat ze die dag ook gevraagd is voor een foto, met meerdere jongens, waarna iemand haar betastte. Echt heel sneu en ze vraagt zich af of het misschien aan haar heeft gelegen, had ze zich anders moeten gedragen? We proberen haar gerust te stellen, dat ze in ieder geval geen schuldgevoel er aan over moet houden. Meerdere keren zijn wij op de foto geweest en niemand is over onze grens gegaan. Helaas heb je overal zulke gasten over de hele wereld. Ook in Islamitische landen waar mannen vrouwen eigenlijk niet eens een hand mogen geven.

Om tien uur 's ochtends de volgende dag meeten we met de twee jongens. We geven elkaar geen hand, alleen een knikje, 'Salaam'. Onderweg naar de bazaar zien we weer allerlei zaken die met Muharram te maken hebben. Zwarte en groene vlaggen, posters met baby's. De jongens leggen het verhaal uit. De baby is het neefje van Imam Hossein. Zijn hele familie is in de val gelokt en hebben geen water meer. De moeders kunnen geen borstvoeding meer geven. Ze worden zo wanhopig dat ze om water voor de baby vragen, waarna de baby en later Imam Hossein vermoord worden. Als ik vraag wie de vijhanden waren, blijken het de Arabieren te zijn. Het antwoord wordt vervolgens vervolgd met: 'I hope the Arabics all die and burn in hell'. Well, dat is best een sterke mening. Zou dit ook de voedingsbodem zijn waar de haat voor Arabieren vandaan komt?

Een beetje gelaten lopen we verder naar de bazaar. Al snel valt ons oog op mooie edelstenen. Lor koopt een souvenir voor haar zus. Zelf zie ik een mooie ring met Farsi ingegraveerd. Tenminste, dat denk ik. Maar wanneer ik vraag wat het betekent, blijkt het Arabisch te zijn en weet niemand de betekenis. Ik wil natuurlijk geen Arabische ring en zoek een andere steen uit waar de juwelier ter plekke 'Iran' in Farsi ingraveert. De jongen, van wie ik zijn naam ben vergeten, waarschijnlijk Mohammed, vraagt of ik een 'boyfriend' of 'husband' heb. Ja, voor het gemak een boyfriend, waarna ik een kaartje van de juwelier in mijn handen krijg. Hij wilt graag een Nederlandse vrouw trouwen, zodat hij daar aan de slag kan. Juist ja. We lopen verder de bazaar in en komen bij een art gallery. Het Franse koppel, met wie we later hebben afgesproken om naar Fin Garden te gaan, komen we er ook tegen. We trakteren de jongens op een milkshake als bedankje, waarna ze een taxi voor ons bellen zodat we naar Fin garden kunnen, wat 9 km verderop ligt.

De tuinen vallen eigenlijk een beetje tegen. Voor hier zal het wel bijzonder zijn, maar wij vinden het eerder gewoon een park met perkjes en bomen. We lunchen onderweg waarna we, in plaats van een taxi, de bus instappen. De bus is leeg en we mogen mee zonder te betalen. Als er andere vrouwen instappen realiseren we ons dat we vergeten zijn dat er een mannen en vrouwensectie is. Het blijkt een vrij progressieve bus, want een aantal vrouwen en mannen zitten door elkaar. Zijn we een kleine revolutie gestart? We stappen uit bij 'Sialk hill', een van de oudste archeologische plaatsen in Iran. De mooiste vondsten liggen helaas elders in musea, maar het is alsnog interessant om te zien. We zijn de enige toeristen die er rondlopen.

Na dit bezoek stappen we opnieuw de bus in, deze is wat conservatief en Lor en ik sluiten netjes aan bij de vrouwen. Terug in het centrum nemen we op straat afscheid van het Franse koppel, op zijn Frans, met twee kussen. Ja, we mogen elkaar niet aanraken, maar doen het toch, we hebben immers een aantal dagen doorgemaakt samen. De mensen op straat zien we kijken.

Die dag gaan we verder met de bus naar Esfahan, maar hebben eerst behoefte aan de goede koffie uit Kashan. De barista herkent ons en zegt ons vriendelijk gedag. We raken aan de praat met een lokale jongen. Naast dat we onszelf moeten opladen, moeten we ook onze Iraanse sim opladen met geld. Als we vragen waar we dit kunnen doen en ze ons na meerdere keren uitleggen begrijpen, zien we een jongen op pad gaan. Oh, zou zo chill zijn als iemand dit voor ons kan regelen terwijl wij kunnen genieten van onze koffie. En ja hoor, even later komt de local terug met beltegoed en zijn we klaar om naar Esfahan te gaan.

Hiken in Alamut Valley

De tweede dag in Iran gaan we samen met twee Nederlandse meiden van het hostel eerst geld wisselen. Voor hen is het de eerste keer overdag op straat, wij zijn al aardig gewend aan het Iraanse straatbeeld. Moderne vrouwen met de hoofddoek halverwege hun hoofd, anderen gekleed in zwarte chadors, die ze heel praktisch met hun tanden vasthouden. Het verkeer, waar je jezelf ongeveer voor moet gooien om over te kunnen steken. Zebrapaden kennen ze wel, alleen niet de regels die wij er bij kennen. We wisselen geld bij een kantoortje, nadat we door verschillende mannen op straat worden aangesproken. De mannen zijn vriendelijk, een briefje met 'I love Nederland'; krijgen we in onze handen gedrukt. We wisselen beide €500,- en krijgen vervolgens een waarde van €500,- in Rial terug. Dit is 500 euro. Yes. Maar we hebben 1000 euro in totaal gegeven. No, this is five hundred. Nu vind ik de briefjes er ook heel oud uit zien. Shit, doen we hier wel verstandig aan? Straks worden we belazerd en het is nu niet iedere dag dat je 1000 euro cash wisselt. Uiteindelijk blijkt het een misverstand en krijgen we twee stapels van 20 miljoen Rial, oftewel 2 miljoen Toman (is 1 nulletje eraf) in onze handen. Tja waar laat je zoveel geld. Een beetje gelaten zoeken we een koffiebar, waar we op het toilet het geld wat beter wegbergen.

Na de koffie nemen we afscheid en gaan we met de bus naar Qazvin, op naar Alamut Valley. Anderen boeken een tour om de bezienswaardigheden in dit gebied in een dag te kunnen zien. Wij zijn allebei niet zo van het vooruit plannen en georganiseerde tours al helemaal niet. We vertrekken met soort van drie opties/ideeën wat we kunnen doen of waar we mogelijk kunnen overnachten. Het liefste gaan we hiken en echt in de bergen slapen, alleen hebben we geen tent of slaapzakken en laat het nou best fris zijn in de bergen. Via couchsurfing leren we Rasoul kennen, die ook een gids is in het gebied. Misschien is hij beschikbaar vertelt hij ons, we houden contact.

De weg naar Qazvin wordt steeds groener. Daar aangekomen bel ik Rasoul, die toevalligerwijs ook bij de terminal is. Hij heeft een Frans koppel bij zich. Hij vertelt ons dat we bij hem kunnen overnachten en eventueel samen de bergen in kunnen. Over de prijs hoeven we ons geen zorgen te maken. Top, ook weer geregeld. Wij rijden met zijn vieren in een taxi naar het dorpje Razmian, Rasoul op de motorbike. We rijden door de bergen om na twee uur in de vallei terecht te komen. De bergen, rood, paars, geel gekleurd, vormen een mooi contrast met de groene vallei. Het laatste stukje moeten we lopen omdat ze met de weg bezig zijn. Daar loop je dan, tweede dag in Iran, door een dorpje bestaande uit een paar huisjes van klei, nog onwetend waar en hoe je zult slapen.

We worden ontvangen in de woonkamer, die gemeubileerd is met verschillende tapijten op de grond en een tv in de hoek. We krijgen eerst thee, die de moeder van Rasoul komt brengen. We kletsen over Iran, allerlei culturele verschillen en veel historische gebeurtenissen. Je leert nog eens wat. Ondertussen heb ik best trek gekregen en begin ik te twijfelen of we überhaupt nog gaan avondeten.
Als ik me er bijna bij neer heb gelegd, komt de moeder van Rasoul met een groot dienblad met eten: kip, rijst, tomaat, komkommer en soort huisgemaakte friet. Er wordt een plastic kleedje neergelegd en we eten op de grond. Op de achtergrond horen we hypnotiserend gezang. Ik herken het een beetje, het heeft tevens met Muharram te maken, waarbij de mannen zichzelf op de borst slaan.
Na het avondeten maken we een plan voor de komende dagen. Ik ben moe en vind het lastig te volgen. Rasoul lijkt te twijfelen over mijn kunnen. You have experience with hiking? Man, ik ben als kind doodgegooid met wandelen en ja, nu ga ik op vakantie altijd met plezier hiken. Mijn laag mascara is misschien wat dikker dan normaal (ik dacht, laat ik net wat meer make-up op doen zoals de vrouwen hier) maar word ik nu als meisje-mejsje ingeschat? Ik laat het rusten en uiteindelijk hebben we een plan. Rasoul moet nog werken op de boerderij van zijn vader en zullen de volgende ochtend eerst bij de boerderij gaan kijken en met zijn zus een nabij gelegen kasteel bezoeken, om daarna een korte hike te maken. De dag erop wordt een volle dag hiken. Op de derde dag kunnen we dan nog naar Alamut Castle, wat 85 km verderop ligt. Die nacht slapen we op het tapijt met nog een deken om het ietwat comfortabeler te maken. Om kwart voor vijf worden we wakker door gezang, de oproep voor het gebed. Effectief wel, we zijn alle vier wakker.

Om half acht komt Rasoul met het ontbijt: we noemen het maar even krantenpapierbrood met fetakaas, jam en thee. Het smaakt goed. Rasoul deelt ons mee dat het plan veranderd is, we gaan eerst naar het kasteel. Ok prima, de taxi is al geregeld, hoewel het maar 4 km verderop is. Pas als we een tijdje in de taxi zitten realiseren we ons dat we naar het verder gelegen Alamut Castle gaan. Onderweg stoppen we voor zogeheten 'Nazri'. Het is het gratis eten/drinken wat wordt uitgedeeld vanwege Muharram. Mensen geloven dat ze het ooit in hun leven weer op een manier terugkrijgen. Goed voor de karmapunten. We krijgen thee, dadels en koekjes. Verschillende mensen van het dorp komen hun lekkernij afgeven bij twee jongens die het vervolgens uitdelen bij een kraampje. Zo hoeft niet het hele dorp de hele dag op straat te staan dingen uit te delen, maar doet toch iedereen mee.
Bij Alamut Castle nemen we 1,5 uur de tijd om de ruïnes te bezoeken. Het staat bovenop een bergrots, en was indertijd moeilijk te doordringen. De bewoners hebben het anderhalf jaar binnen volgehouden tegen de Mongolen, totdat ze toch te zwak waren. Vanaf de ruïnes hebben we een mooi uitzicht over de vallei. Je ziet duidelijk dat mensen zich hebben gesetteld waar grondstoffen zijn. Waar het groen is, staan huisjes. Het doet me dan ook erg aan Kolonisten van Catan denken, maar alleen ik begrijp die vergelijking.
Als we terug bij Rasoul komen, heeft de moeder een lunch voor ons klaar. We pakken onze spullen voor de komende nacht, we slapen namelijk 'here'. Even later begrijp ik dat we niet hier, maar ergens anders, in het dorpje 'Hir' slapen. Verwarrend.

Na de lunch bezoeken we de boerderij, waar Rasoul een soort hostel wil beginnen. Het heeft zeker potentie, met prachtig uitzicht over rijstvelden, fruitbomen in de tuin, maar er moet nog wel het een en ander gebeuren. Opnieuw verbaast het me hoe ik me thuis voel op het platteland en vraag ik me ergens af wat ik thuis in de stad doe. Aan de andere kant, zo ver van alles, is ook weer zo wat en bovendien ben ik in twintig minuten op het strand. De familie is druk bezig met rijst oogsten. De velden zijn veel droger dan ik me had voorgesteld bij een rijstveld. Na het oogsten lopen we verder door de vallei, langs pistache- (! eerste in mijn leven), hazelnoot- en druivenbomen. Het laatste stukje naar Hir gaan we met de taxi. Daar aangekomen gaan we naar een huisje bij een rivier, van een vriend van Rasoul, waar we op een vuurtje thee en omelet klaarmaken. In Nederland moeten er ook meer kampvuurtjes komen bedenk ik me. De omelet eten we binnen op de grond op, met krantenpapierbrood.
Geraume (de Franse jongen) en ik bespreken het gemis van alcohol. Thuis zou je in gezelschap van vrienden, zo bij een kampvuurtje al snel een koud biertje open hebben getrokken. En zeker in Frankrijk misstaat een fles wijn bij het avondeten niet. We zien het als een kans, een maand geen alcohol. In Nederland en Frankrijk zou je al snel in verleiding gebracht kunnen worden. Na het avondeten worden we vergezeld door drie vrienden van de vriend van Rasoul. Allen komen uit het dorpje en spreken geen Engels. De mannen krijgen een hand als begroeting, wij vrouwen worden nieuwsgierig aangekeken. Ook al spreken we geen Farsi, het is duidelijk dat ze het over ons hebben. Ze willen waterpijp met ons roken. 'Oh, shisha opper ik', waarop Rasoul me uitlegt dat in Iran shisha iets anders is, een sterk poeder, zoiets als heroïne. Ok, goed om te weten voordat ik nog als junk terug kom. Buiten bij het vuur roken we waterpijp en eten we zonnebloempitten ook een gebruik tijdens Muharram. Ik leer een paar worden Farsi, maar omdat ik de klanken allemaal op elkaar vind lijken kan ik niet goed onthouden wat wat is en zeg ik de verkeerde dingen. Zoals bloody dreams in plaats van sweet dreams. Niet echt aardig om dat iemand te wensen.
Die nacht slapen we weer op de grond, op een iets dikkere deken dan de nacht ervoor.

De volgende ochtend ontbijten we opnieuw met krantenpapierbrood, kaas, jam en thee. Nieuw in het assortiment zijn de dadels en warme melk. Bepakt en gezakt gaan we op pad. Ik heb zoveel mogelijk warme kleding mee die in mijn kleine backpack past en een slaapzak aan mijn tas gebonden. Op langzaam tempo gaan we op pad. Te langzaam voor Loriana en mij en we halen Rasoul in. Zie, we kunnen wel hiken. Rasoul is het er echter niet mee eens, we moeten eerst opwarmen. Maar op een slakkentempo de berg op word ik alleen maar moeier. Rasoul gaat het pad af en we moeten een steiler stuk over losse stenen. Als dit stuk er op zit, meldt Rasoul ons dat we geslaagd zijn voor 'de test', nu durft hij met ons de summit op. Helaas heeft Lor nu meer last van haar enkel, van een oude wakeboardblessure gekregen. Ze vraagt of ze na de lunch verder kan met de vriend die ons eten en water op de berg komt brengen, op de motorbike. Laat ze nou net al sinds Teheran aankondigen dat ze graag op een motorbike wil rijden. Het kan, komt dat eens even goed uit. We lopen eerst langs een riviertje, die we drie keer oversteken. Ik voel me weer even het kind van vroeger, altijd bij beekjes spelen, net doen of je Pocahontas bent. We gaan toch niet in het dorp lunchen, maar iets verder op de berg. Ondertussen schijnt de zon hoog aan de hemel, snikheet. Als we een plekje in de schaduw hebben gevonden, komen we erachter dat we het brood zijn vergeten. Voor ons niet zo'n probleem, we eten de bonen in tomatensaus wel zonder, voor Rasoul blijkt het ongeveer prioriteit nummer één en belt zijn vriend op de motorbike om naast water en eten voor vanavond, brood voor nu te brengen. Er blijkt wat miscommunicatie en wachten ruim een uur op het brood. Ondertussen genieten we van het uitzicht en doen we een dutje. Het uitzicht wordt nog idillischer als er een nomad met zijn geiten voorbij komt lopen.

De vriend op motorbike heeft ons eindelijk gevonden en na de lunch met brood en bonen lopen we verder. Lor gaat bij Rasoul achterop de motor, de vriend begeleidt ons. Onderweg kunnen we onze flessen met water vullen bij een beekje. Ik vertrouw het niet, het water stroomt niet goed en ik zie plastic erin drijven. En what about de geiten, die hebben ook hun behoefte gedaan. Boven op de berg zal er weer water zijn, dat laatste stukje hou ik wel vol. Het laatste stuk is wat steil, als we twee topjes hoger zijn zie ik al de 'shrine' en kan ik rustig aan doen. Boven staat Lor me al op te wachten. We drinken thee en ik haal de meegebrachte stroopwafels uit mijn tas. Leuk als bedankje voor Rasoul denken we. 'Oh we have something far more delicious'. Nou, ik dacht dat we in Nederland direct waren. Er kan ook geen bedankje van af. Later krijg ik wel een arm om me heen. Hij wisselt zijn versierpogingen af tussen Lor en mij, maar geen van beiden trapt er in.

Loriana en ik bewonderen de zonsondergang vanaf het hoogte puntje. Weer zo'n moment: zit je dan, boven op een berg, in Iran. Wat is het hier mooi. En wat hou ik toch van bergen. Als de zon onder is koelt het snel af en gaan we de shrine in. We spelen een spelletje 'Cambio', wat ik vorig jaar in Panama heb geleerd (zo probeer ik het spel wereldbekend te maken), terwijl Rasoul ondertussen het eten opwarmt. Na het eten klimmen we onze slaapzakken in. Lor en ik ritsen die van ons aan elkaar, ook al denkt Rasoul een beter idee te hebben. 'No, we do it our way', nadat hij maar blijft zeuren. Ik krijg een beetje het gevoel dat het diep in de cultuur gesleten is dat vrouwen toch tweederangs burger zijn. Moet je net ons hebben, twee eigenwijze zelfstandige vrouwen. De grond ligt toch vrij hard, maar we hebben het in ieder geval lekker warm en lepeltje lepeltje met een graftombe lig je ook niet iedere dag. We horen een hard geluid, even denk ik nog dat het misschien een wolf is buiten, of een geit, maar het blijken muizen te zijn, die ons brood buitmaken. Dan was dat gekietel in mijn haar toch niet de hand van Lor..

Ondanks de weinig slaap staan we met zijn tweeen om 6 uur op. Tien minuten later zien we de zon boven de bergtoppen uitkomen. Zeker de moeite waard. Letterlijk een hoogtepunt van onze trip, dat weet ik nu al zeker. De anderen komen een uur later hun slaapzak uit. Na het ontbijt, de muizen hebben nog wel iets over gelaten, dalen we af. We nemen een andere route en komen na anderhalf uur bij een weg aan, waar een auto met chauffeur ons op staat te wachten. In de auto klinkt er weer een mannenstem en ik vraag me hardop af of vrouwen ook mogen zingen. 'Off course, before the revolution', klinkt het luchtig. Nu gaan de zangeressen naar het buitenland. Alsof dat zo makkelijk is. We wisselen van auto en chauffeur. Als we na een bergritje terug in het dorp komen, voelt het alsof de rem het niet meer zo goed doet en ruikt het vreemd. Niet zo gek, als je de handrem er vergeet af te halen. De remmen, of het dingetje wat het vastgrijpt, - ik ben geen techneut-, is weggesmolten en de auto rookt. Met water wordt het afgekoeld en we rijden door naar huis, gelukkig nog een klein stukje. Thuis pakken we onze tassen in en werpen we nog een blik op het kleed wat de twee zusjes aan het maken zijn. In totaal zullen ze zes maanden bezig zijn, à 5 uur per dag en vragen ze er €550,- voor. Ik durf niet eens uit terekenen wat hun uurloon is. De taxi is ondertussen gerepareerd en we nemen afscheid van Rasoul en zijn familie.

Vanaf Qazvin nemen we alle vier de bus naar Tehran, waar we overstappen op een bus naar Kashan. In de bus maak ik een nieuw vriendinnetje, een 5-jarig meisje. Verstoppertje spelen is immers internationaal bekend. Helaas houdt mijn taalkennis op na 'hoe heet je', 'hoe gaat het', en tot tien tellen. Ze wil met me op de foto en klimt haast op schoot. Als we haar een Delftsblauw klompje geven blijft ze nog even zitten.
De buschauffeur regelt een taxi voor ons naar het hostel, waar we achteraf te veel voor betalen. Ik dacht dat het aan mij lag, dat ik de prijzen in Toman en Rial door elkaar had gehaald, maar nee, de eerste 'oplichting' is een feit. Gelukkig gaat het om een paar euro.

The Iranian girl and the blonde

Vanmorgen vroeg ben ik samen met Loriana aangekomen in Iran.
Ja, verrassing, Lor had vier dagen geleden bedacht om mee te gaan en reis ik toch niet alleen. Een tweede verrassing (mijn vlucht was ineens geannuleerd waar ik zelf achter moest komen en mijn vlucht moest omboeken) zorgt ervoor dat we in hetzelfde vliegtuig zitten. We vliegen via München, waar we er achter komen dat het nog maar 4,5 uur vliegen is naar Iran. Gek om in München alle vrouwen nog zonder hoofddoek te zien. Over 4,5 uur begeven we ons in een hele andere wereld, nog best spannend. Slapen zit er niet echt meer in. In het vliegtuig nemen we nog een slaapmutsje in de vorm van een whisky. Alcohol nu het nog kan en de vrouwen nog zonder hoofddoek.

Voordat we het vliegtuig uitstappen transformeren we onze sjaal in een hoofddoek. Door de piloot wordt omgeroepen dat het 40 graden is in Tehran. Wat, 40 graden?! De zon schijnt nog niet eens. Als we het vliegtuig uitstappen blijkt het mee te vallen en waait er een fris briesje. We moeten eerst wachten op het visum voor Loriana. Eerst een verzekering afsluiten, het maakt niet uit dat je werelddekking hebt, net of Iran zich niet voelt aangesproken met de wereld. Er zit totaal geen systeem in. Lor moet haar paspoort inleveren die op een random stapeltje verdwijnt en wachten tot haar naam wordt omgeroepen. Twee uur later kunnen we door de douane, waarna we onze backpacks kunnen ophalen.

Ondertussen is Fazel, onze chauffeur die ik via couchsurfing heb leren kennen, nog altijd aan het wachten. Ik herken hem van de foto die hij had verstuurd. We wisselen €100 op het vliegveld en lopen naar zijn auto. Ik zie twee mannen met verband om hun hoofd. Bij Fazel vraag ik het na, maar dat heeft inderdaad met Muharram te maken. (Later bedenk ik me dat ik het ook verkeerd heb kunnen begrepen en dat ze misschien een plastisch chirurgische ingreep hebben gehad. waar Iran ook om bekend staat). Het is nu de tijd van rouw, 1400 jaar geleden is een imam vermoord. Rouwen gebeurt op verschillende manieren, onder andere door zelfkastijding. Elf en twaalf oktober zijn de belangrijkste ceremonies, dat gaan we misschien nog wel zien.

We rijden eerst door een zanderig gebied, tot we in de stad aan komen. Het is nogal hectisch, rijbanen zijn wel aangegeven, maar daar houdt niemand zich aan en tussendoor rijden overal motorbikes. Volgens Fazel is het nog wel rustig. Hij zet ons af op loopafstand van het hostel. Die ik in München nog even geboekt heb. Ik zou eerst gelijk gaan couchsurfen, maar het leek me beter om samen ergens te overnachten.

In het hostel worden we vriendelijk ontvangen. 'Where are you from? Originally from The Netherlands? Because you look like an Iranian' Ja, mijn ouders zijn ook Nederlands en nee ik heb geen familie in Iran die ik ga bezoeken. Het is nog vroeg, dus we kunnen onze kamers nog niet in, maar het ontbijt, thee met brood staat klaar.

Ondanks het gebrek aan slaap besluiten we na het ontbijt de stad te gaan verkennen. Bij de metro kopen we een kaartje en lopen naar het perron. Zit onze hoofddoek nog goed? Voordat we de metro instappen bedenken we nog op tijd dat er vast een aparte vrouwensectie is en worden we inderdaad door mannen gewezen waar we moeten zijn. In de metro worden we vriendelijk glimlachend aangekeken. De vrouwen lijken nog net te verlegen om ons aan te spreken. We stappen uit bij de Grote Bazaar, wat in eerste instantie op een grote shopping mall lijkt. Nog niet zo bijzonder, totdat we iets verder lopen en links aanhouden. 'Kijk hier houden we van, hier wordt het al wat aftanzig'. We lopen door de smalle straatjes, er is van alles te zien dus we kijken onze ogen uit. Ondertussen kijken ook de mannen hun ogen uit en worden we meerdere keren aangesproken. We moeten nog even de balans vinden. Zijn ze gewoon vriendelijk geïnteresseerd en is het onbeleefd om ze te negeren? Of bedoelen ze er meer mee en moeten we er vooral niet teveel op ingaan, want voor je het weet zijn onze vaders een paar kamelen rijker. Lor 'koopt' nog een schoenveter. Na vier keer volhouden dat ze wil betalen, krijgt ze hem mee. Dan zal het wel geen tarof zijn.

Na de bazaar drinken we thee op straat. Links van ons schreeuwen mannen druk in de weer, aan het gokken? Aandelen? Terwijl rechts van ons mensen in alle rust aan het bidden zijn. We lopen verder naar Golestan Palace, waar we alleen entree betalen voor de main area en spiegelhal. Mooie decoratie binnen, maar ergens zijn we blij dat het niet al te groot is, want we zijn stiekem best moe. Naast een park gaan we lunchen, een man loopt met ons mee naar binnen en weet ons te vertellen dat het eten heel lekker is. Hij vraagt ons of hij ons mag helpen, natuurlijk! De man vindt me er Iraans uit zien. 'Yes, I get that a lot'. We praten wat over Iran en krijgen tips mee. Hij vindt Nederland een mooi land, hoewel hij er nog nooit geweest is. Voor Iraniërs is het nog niet zo simpel om naar het buitenland te gaan. Na de lunch gaan we weer met de metro terug naar het hostel, tijd voor een middagdutje. De man loopt helemaal met ons mee naar de metro. De arme man, had hij niet al lang terug naar werk gemoeten en gaat hij nu puur uit beleefdheid met ons mee?

In de metro worden we nu wel aangesproken door een paar schoolmeisjes. Ze vragen waar we vandaan komen en verwelkomen ons in Iran, opdat we het naar ons zin mogen hebben.
Na het slapen gaan we in de avond naar Tabiat/Natural bridge, wat Fazel ons had aanbevolen. Met handen en voetenwerk vraag ik de weg. 'Aah pole Tabiat'. Het woord voor brug in Farsi ook weer geleerd, altijd handig. Nadat we een park door lopen komen we aan bij de brug, die het ene park met een andere park linkt, over een drukke snelweg heen. De brug is mooi verlicht en we hebben mooi uitzicht over Tehran, verlicht in het duister. Aan de andere kant komen we aan bij een groot skatepark. Je zou haast niet denken dat je in Iran bent, tenminste zoals we normaal gesproken Iran kennen.

Moe en voldaan gaan we terug naar ons hostel. We zijn al aardig gewend aan de metro. Helaas zijn alle eettentjes om tien uur 's avonds gesloten en kun je nog wel boeken kopen in een van de vele boekwinkels. We kopen wat brood en koekjes bij een mini supermarkt en kletsen wat na met de vele Nederlanders in het hostel. Niet met een koud biertje, maar met thee, Iranian style.