marjori.reismee.nl

San Blas Paradise

Eindelijk was het zover, mijn bootreis van Colombia naar Panama, via de paradijselijke San Blas eilanden. We verzamelden om acht uur 's avonds in de haven van Cartagena. Samen met een Noors meisje van hetzelfde hostel, die weer opgegroeid is vlakbij het plaatsje waar wij vroeger als familie altijd heen gingen, nam ik een taxi naar de haven. Die dag had ik al inkopen gedaan voor de boottrip. Het was inclusief eten, maar je moest voor je eigen alcohol zorgen. Een literfles rum en drie sixpacks bier gingen mee. Bij de boot aangekomen, stond Laurence de gasten op te wachten. Ik ontmoette de andere reizigers, een Australisch koppel, Kiwi koppel, Argentijns koppel die nauwelijks Engels konden, een Zweeds meisje en een Colombiaan. Op het eerste gezicht een gezellige groep. Ik was bang dat het suffe bende was, waar Laurence me voor had gewaarschuwd. De kapitein legde een paar dingen over de boot uit en over zichzelf, dat hij veel rookt, en daar bedoelde hij geen sigaretten mee. Ik moest een bed delen met Sophie, een Zweeds meisje. Voor ons gevoel was het meer een eenpersoonsbed met een driehoekje extra ruimte. Niet heel relaxt om lepeltje lepeltje te moeten liggen met iemand die je niet kent en in deze warmte. Gelukkig waren Yvette en Chris, de Kiwi's zo aardig om te ruilen en hadden we een iets groter bed.

Die avond vertrokken we om elf uur. Ik nam een pilletje tegen zeeziekte. Vanaf het water had je prachtig uitzicht over de verlichte stad. Er was weinig wind dus vaarden we op de motor. Na een uur varen waren we nog niet echt ver van de stad verwijderd. Nu snap ik wel dat je twee dagen op de open zee vaart. De zee was vrij kalm, maar op een klein zeilbootje voel je de boot erg deinen. Ik wilde pas gaan slapen als ik echt heel erg moe was, bang om ziek te worden. Zo kon ik ook Lauf gezelschap houden, die een nacht shift kreeg om het water in de gaten te houden. Rond twee uur ging ik naar bed.

De volgende ochtend werd ik al vroeg wakker. Lauf stond al te zweten in de keuken om samen met Jarith, de hulp, een ontbijt voor ons te maken. Vers fruit, yoghurt en muesli. We waren nu op open zee, dus overal waar je keek zag je water. Na het ontbijt een beetje gechilled, veel anders was er niet te doen. Zonnen op het dek, hoe vervelend. Na de lunch pakte Ruben zijn dj gear erbij, en kregen Sophie en ik een DJ clinic. Ruben vond dat ik het snel oppikte. Misschien had hij niet helemaal door dat ik dit al eens eerder had gedaan. Was wel erg gaaf om te doen, zo op zee. De tijd ging op deze manier snel voorbij. Zeker met wat koude biertjes en rum.

In de avond scheen de bijna volle maan over de zee. Het was een prachtig gezicht. Ik grapte dat er nu alleen nog een paar dolfijnen miste. Nog geen twee tellen later horen we Ruben roepen dat er dolfijnen voor bij de boot zijn. Waah!! Je zag de schimmen in het maanlicht, heel mysterieus. Ze speelden een tijdje in het water met ons mee. Zo gaaf. Ik bleef nog een tijdje met Lauf op het dek zitten. Toen iedereen sliep zagen we nog weer dolfijnen en werden mensen wakker van mijn enthousiaste gegil.

De volgende ochtend stond ik om 6 uur op, om de zonsopgang te zien. Ruben zat aan het roer. De zon was niet te zien vanwege alle wolken. De lucht was wel mooi gekleurd. Ik ging weer terug mijn bed in om nog even mijn ogen dicht te doen. Later stond het ontbijt al klaar met versie koffie. Elke ochtend hadden we een ander ontbijt. Er werd goed voor ons gezorgd. Gelukkig was ik niet zeeziek geworden en kon ik genieten van al het lekkere eten. Drie anderen waren helaas wel zeeziek geworden. De sfeer was rustig, Lauf vond het een beetje te rustig. We lagen voor op de boot en hij was aan het filmen voor hun reisverslag. Naar zijn mening moest er wat meer actie komen. Nu hopen dat mijn valse gezang niet uitgezonden wordt.

In de middag kwamen we aan bij het eerste eiland. Het was er nog bewolkt en het begon ook nog eens te regenen. Maar alsnog was het er super mooi. Het water was turkoois, verderop zag je eilanden liggen met witte stranden en groene palmbomen. Na twee dagen omringd te zijn door zee, konden we er eindelijk in springen. We pakten de snorkels erbij en verkenden de onderwaterwereld. Ik ging zelf richting een eiland. Vlakbij het eiland aangekomen, durfde ik niet echt meer verder, er waren zoveel zeeëgels. Wel zag ik wat kleine visjes en een zeepaardje. Ze zullen me miscchien wel kwijt zijn dacht ik, en besloot om weer terug te gaan. Op de boot zag ik inderdaad mensen naar me zwaaien. Ze hadden geen idee welke kant ik op was gegaan. De lunch was erg uitgebreid en lekker, al weet ik niet meer wat. Na de lunch was iedereen weer een beetje aan het chillen, maar ik had zin om iets actiefs te doen, dus ging ik weer snorkelen. Ik vroeg waar ik het beste het eiland op kon gaan. Mij werd verteld dat we later richting een eiland zouden gaan met het kleine bootje. Dus bleef ik in zee snorkelen. Later die middag gingen we in plaats van een eiland naar een reef om te snorkelen. Hier waren heel veel visjes in allerlei kleuren. Zo gaaf. In het iets diepere water waren er grotere vissen. Plots zwom er een stingray voorbij. We maakten een groepsfoto met de gopro, met hulp van de duikkunsten van Jarith. Jarith, de hulp aan boord kan super goed duiken. Hij kan zonder problemen naar de bodem zwemmen, 18 meter diep en zelfs plat op de bodem liggen. Toen het schemerig begon te worden gingen we terug naar de boot. In de avond weer een heerlijke maaltijd. We dronken koude biertjes en rum cola en hadden een goed geluidsysteem aan boord. Laat in de avond had ik het weer heel erg warm en besloot ik nog te gaan zwemmen in het maanlicht. De rest sliep al. Na een frisse duik besloot ik hetzelfde te doen.

De volgende ochtend hadden we verse koffie, en een mega omelet. Na een goedgevuld ontbijt gingen we op naar het volgende eiland. Het was zo'n twee uur varen. Overal waar je keek zag je eilandjes van verschillende formaten. Het ene eiland had veel palmbomen, een andere bestond uit een beetje zand. Het was zonnig weer, het water en het witte zand glinsterden. Ruben klom in de mast om vanuit daar foto's en filmpjes te maken, wat hij zou gebruiken in de edit die hij van onze trip zal gaan maken. Na twee uur varen waren we bij het volgende eiland. Hier gingen we bbq'en. We mochten de keuken, of nouja, hutje met een dak van palmbladeren gebruiken van de familie die er woonde. De Argentijn aan boord zorgden voor de bbq, die zijn daar toch het beste in. In de tussentijd ging ik weer snorkelen. Niemand anders wilde mee. Blijkbaar was ik toch de meest actieve op de boot. Ik zwom naar een stuk rots wat ik uit de verte uit het water zag steken. Hier was weer een reef. Aan twee kanten liep het steil omhoog en had je een soort ravijn in zee. Hier was de stroming ook duidelijk aanwezig. Verschillende schollen vissen zwommen met de stroming mee. Het was een heel mooi gezicht. Door de stroming had ik wat moeite om terug te komen. Ik kwam in heel ondiep water terrecht en schaafde mijn benen aan het koraal. Maar die wonnen toch al geen schoonheidsprijs met de vele opengekrapte muggenbulten. Toen ik uiteindelijk terug kwam, was het eten net klaar. Het vlees was heerlijk. Weer was het zonnig weer en konden we lekker luieren op het eiland.

Het voelde een beetje gek om voor het eerst voet aan wal te zetten. Voor een dollar kochten we een verse kokosnoot. Ik had een fles rum mee en goot dat er een beetje in. Zo had ik een lekkere Caribische cocktail. Tegen het einde van de middag zwommen Sophie en ik naar een klein eilandje wat alleen uit zand bestond, terwijl de rest terug naar de boot ging. We moesten oppassen voor de vele zeeegels. Voor zonsondergang gingen we terug en werden we opgehaald met het kleine bootje. Die middag hoorden we muziek van een eiland afkomen. Ons werd verteld dat er feestjes worden gehouden waar je kan dansen. Dat leek ons wel wat. Toen een paar sigaretten en bier gingen kopen omdat alles al op was, ging ik mee op onderzoek. Op het eiland was niet zoveel. Inderdaad een hutje met muziek. Een paar locals zaten er met hun smartphone, wat een heel gek gezicht is op een eilandje met alleen een aggregaat en geen signaal. Na het avondeten gingen we er toch niet naar toe. Ik probeerde nog om met de groep te gaan kingsen, maar daar was weinig belangstelling voor. In plaats daarvan speelde we een spelletje toepen en een Colombiaans spel, 'cambio'.

In de ochtend was ik te laat voor de koffie, maar gelukkig was Jarith zo aardig om nieuwe voor me te zetten. Vandaag was de laatste volle dag op de San Blas. We gingen eerst naar een eilandje waar de immigratiedienst was, om een stempel te krijgen in onze paspoort. Dit was wel een hele bijzondere grensovergang. Bij het eilandje aangekomen moesten we allemaal van de boot, een gebouwtje in. Onze namen werden genoemd die ze van een papiertje af lazen. Sommige namen stonden er niet bij, maar het was alsnog allemaal prima en we kregen onze stempel. Daarna weer terug naar de boot. Ik begreep niet wat verder de bedoeling was, dus besloot ik om weer te gaan snorkelen bij een naast gelegen reef. Weer allerlei visjes in allerlei kleuren. Op een gegeven moment hoorde ik heel veel geroep. Toen ik op keek zag ik de groep zwaaien, blijkbaar waren ze op mij aan het wachten. Ik zwom weer terug naar de boot. Net dat ik dacht, toch jammer dat ik geen haai heb gezien, zwom er een hele grote vis diep onder mij. Zo'n 1,5 m lang en heel glad. Hij zwom heel langzaam, naar mijn idee zoals een haai, maar ik was niet zeker of het een haai was. Ik kon er ook niet achteraan want Jarith kwam mij al oppikken met het kleine bootje. Maar toch leuk om te denken dat ik soort van een haai heb gezien.

Nadat ik aan boord was gestapt vertrokken we verder met de grote boot. Nu naar het laatste eiland. Het was weer zonnig weer en we zaten met zijn allen op het dek. Af en toe probeerde ik de schaduw op te zoeken. We gingen voor anker in een mooie baai, met aan weerszijden een eiland. Na een hamburger als lunch gingen we met het kleine bootje naar een snorkel plek. We werden afgezet bij een mini eilandje wat alleen uit zand bestond, waar omheen weer veel koraal was. In het water lag een gezonken schip. Hier hebben we heel de middag gesnorkeld. Terug op de boot zei Jarith dat ze een banaan hebben, voor achter het kleine speedbootje, maar dan moesten we die wel zelf oppompen. Dat leek ons wel wat, Sophie en ik. Ik ging eerst, maar zo spectaculair was het niet. Ik vroeg Ruben of ik niet mocht proberen om met zijn bodyboard te wakeskaten. Hij was helaas bang dat ik zijn board zou slopen. Ondanks dat het een pro is en alles gesponserd krijgt, was hij niet over te halen. Later ben ik nog het eiland op gegaan, om die te verkennen. Helaas mocht ik van de bewoners niet helemaal om het eiland heen lopen. Vanwege de vele muggen besloot ik al snel om terug te gaan. De boot waar Maurice op zat, was inmiddels ook gearriveerd en kwam ons opzoeken. Maurice had een partyboot, maar eigenlijk tot het vervelende aan toe. Had ik toch wel geluk met mijn boot. De kapitein was niet te porren voor een rope sling, waar ik al dagen naar vroeg. Dus besloot ik om van het dek het water in te duiken. Ook wel leuk. Maurice bleef voor het avondeten. Verse lobster. Zo lekker. Ik zorgde ervoor dat ik al het eerbare van de kreeft uit had gepeuzeld, ook al kostte dat wat moeite zonder tools. We hadden eerder voorgesteld om met zijn allen naar de boot van Maurice te gaan, voor een laatste party avond met zijn allen. Daar zat de andere kapitein alleen niet op te wachten. En bij ons op het dek was het eigenlijk heel gezellig. Toen alle biertjes en rum op waren, was het mooi geweest.

Voor de volgende ochtend had ik om 6 uur de wekker gezet. We zouden om 7 uur namelijk opgehaald worden door een andere boot om naar vaste land te gaan. Laurence en Maurice wilden nog een foto samen voor hun facebook, net of ze gestrand waren op zee in een klein bootje. Ik hielp de boot recht te houden voor de foto, ik wilde toch nog een ochtendduik nemen. Nadat ik mezelf had afgespoeld met het ijskoude water van de grote koelbox die nu toch geen functie meer had en al mijn spullen had verzameld, werden we even later opgehaald door een andere boot. De kapitein en Jarith bleven achter. We vaarden nog langs hele mooie eilandjes, om geen genoeg van te krijgen. Het laatste stuk vaarden we door een rivier, met aan beide kanten mangrove. Nu hadden we het vaste land bereikt. We betaalden voor het laatste vervoer naar de stad en vertrokken in twee grote jeeps. De weg naar Panama city voelde een beetje als een achtbaan, zo steil waren sommige stukken. Onderweg moesten alle tassen weer van het dak en werden onze paspoorten gecheckt. Ik bedacht me dat ik een schelp mee had genomen als souvenir. Gelukkig vonden ze die niet en konden we even later weer verder rijden.

We werden één voor één afgezet bij de plek waar we wilden. Het was een groot contrast om van de idyllische eilanden in de grote stad met heel veel wolkenkrabbers te belanden. Maar het was een reis om nooit te vergeten. Ik grapte nog, ik kan nu net zo goed stoppen met reizen, niets dat dit nog gaat overtreffen..

Reacties

Reacties

AnneL

haha, schattie hoe monotoon je dit opschrijft terwijl het volgens mij prachtig is!!

Joke

bij dit verhaal dacht ik wel:was ik maar even mee in die boot om samen de zee in te duiken en te snorkelen!
En gelukkig zag die haai jou niet!

Marjori

Haha bedankt! Gisteren was ik weer op een super mooi eiland. Je begint er haast aan te wennen. Als je dan weer de foto's terug ziet, denk je, was ik daar?! =p

Heidi

wat heb je prachtige natuur gezien en wat is er veel te beleven.wat een mooie verhalen

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!