marjori.reismee.nl

Cafe Colombia

Op zaterdagochtend na een paar uur slaap werd ik al wakker. Jairo en Monica, het Colombiaans koppel die ik in Punta Gallinas had ontmoet, hadden me uitgenodigd om naar een koffie plantage te gaan, in de buurt van Medellín. Eerst zat ik te denken om zelf naar Menzales te gaan, vijf uur rijden van Medellín. In de ochtend bedacht ik dat het eigenlijk veel leuker zou zijn om met hen een weekend op stap te gaan. Ik stuurde een berichtje naar Jairo en hij reageerde enthousiast. In de middag zouden ze me ophalen. We konden slapen in een boerderij van vrienden, die een koffie plantage hebben. Ik had nog de tijd om met een Amerikaans meisje, Vie, naar Parque Arvi te gaan. Ik had gelezen dat ze hier 'mariaposas', vlinders hebben en ik had bedacht dat ik daar graag naar toe wilde. We gingen met een cable, zo eentje die je normaal in skigebieden ziet, de berg op. Het was verder dan ik dacht. Ik vond het fijn om na de stad weer wat meer in denatuur te zijn. We kochten een kaartje voor de entree van het park en voor de vlinders. Beiden met een hangover en met weinig tijd, bezochten we eigenlijk alleen de vlinders. Schijnbaar word ik heel blij van het bekijken van vlinders en vond ik het tochtje de berg op zeker de moeite waard. Bovendien had je een mooi uitzicht van de stad. Terug in het hostel werd ik al snel opgehaald door Jairo. Ik nam alleen mijn kleine backpack mee en liet de rest van mijn spullen bij hen thuis. We haalden nog een vriendin van hen op en vertrokken naar het plaatsje Andes, zo'n drie uur rijden van Medellín. Het werd al gauw donker dus veel kon ik niet zien. Onderweg stopten we om iets te eten. Daar waren ze geen toeristen gewend, dus had ik weer veel bekijks. Nog verder rijden in het donker, reden we een onverhard paadje in. Het rook ontzettend lekker. Ik kon niet wachten tot dat ik dit met daglicht kon zien.Bij het huis aangekomen ontmoette ik de familie. Het waren de ouders van vrienden. Een dochter met een zoontje van twee woonde er ook en een omaatje. Na wat koffie, wat ze drinken met melk en zoveel suiker dat mijn tanden er voor mijn gevoel spontaan uit vielen, en wat crackers gingen we slapen. Monica, Jairo en ik sliepen in dezelfde kamer. Ik wilde de deur van onze kamer dicht doen, tot ik besefte dat er geen deuren in het huis waren. Die nacht goed geslapen, Jairo wat minder omdat ik blijkbaar heel de nacht lag te snurken. Inmiddels was ik snotverkouden geworden en mijn neus zat helemaal dicht. Die rot airco.

Om 5 uur werd ik wakker. De boeren in dit gebied staan gebruikelijk om 5 uur op, blijkbaar ook op zondag om vroeg naar de kerk te gaan. Ik deed het gordijn open en zag een prachtig landschap voor me. De zon scheen net over de berg. Overal waar ik keek zag ik akkers met koffieplanten en bananenbomen. Her en der stondenandere fruitbomen in bloei. Ik sliep nog wat langer door om vervolgens met zijn allen te ontbijten met scrambled eggs. Na het ontbijt liepen we de berg op. Het kindje van twee liep ook mee, die me een beetje deed denken aan mijn neefje Thomas, ook zo'n deugniet. Onderweg lieten Monica en Jairo me koffieplanten zien. Eigenlijk had ik er nooit over na gedacht hoe zo'n plant er uit ziet. Ze legden me het hele proces uit. Monica werkt in de koffie business, dus kon het goed uitleggen. Als de bonen rijp zijn, zijn ze rood van kleur en worden ze met de hand geplukt. Omdat de plantages in Colombia in de bergen zijn, is het niet mogelijk om dit met een machine te doen. Dit maakt de koffie ook van betere kwaliteit omdat de beste bonen met de hand geselecteerd worden. Vervolgens worden ze gepeld, gedroogd in de zon voor een paar dagen en wordt het laatste laagje eraf gepeld. Een heel proces dus. Boven op de berg hadden we een mooiuitzicht over beide kanten van de berg. Overal waren koffieplanten in verschillende kleuren groen. We liepen terug naar het huis over de koffie plantage, niet heel gemakkelijk. We plukten een tas vol mango's en sinasappels om er vervolgens sap van te maken. De meest verse sinasappelsap die ik ooit heb gedronken, direct van de boom. De familie bereide een lunch voor ons met varken, rijst, soep met bonen en platano's, een soort banaan maar die je niet rauw kan eten. Na de lunch namen we afscheid en reden we naar het plaatsje Jardin. Jardin staat bekend om zijn balkonnetjes vol met bloemen, zoals een jardin, tuin. De mensen laten hun ramen open zodat je naar binnen kunt kijken en hun antiek ingerichte kamertjes kunt bewonderen. We liepen wat door het stadje en dronken een koffie op het gezellige plein. Koffie uit het Andes gebied. Vervolgens reden we terug naar Medellín, het was immers nog drie uurrijden. 's Avonds bracht Jairo me terug naar het hostel waar ik vandaan kwam.

Maandag sliep ik uit, nog steeds snotverkouden. Blijkbaar is dat dus mogelijk ook als het nog niet onder de 25 graden is geweest. Later met de bus naar Santa Fe gegaan, de vroegere hoofdstad van het gebied Antioquia. Het was nog een gedoe om de juiste bus te vinden. Toen ik naar Guatapé ging, kon ik gewoon aan de kant van de weg wachten op de bus. Nu was dat ineens niet mogelijk en zou het niet legaal zijn. In Santa Fe was het erg heet en ik vroeg me af wat ik in godsnaam aan het doen was. Ik was alleen maar aan het niezen en hoesten. In mijn tas vond ik een oude ibuprofen en voelde me in de loop van de dag iets beter. Ik dwaalde wat door het stadje en ging een museum binnen over de geschiedenis van de stad. De informatie was alleen in het Spaans en kon me niet echt focussen hierop. Ik belande in een college van een volgens mij bekende Colombiaanse kunstenaar, maar ook dit was moeilijk te volgen. Ik glipte naar buiten en de bewaker kwam achter me aan. Ik dacht dat ie me iets belangrijks kwam mededelen maar hij zei 'you: pretty woman'. Si, yo se verzuchtte ik. Even geen zin om aardig te doen. Na de straatjes van kinderkopjes gezien te hebben stapte ik de bus in terug naar Medellín. In de bus begon een Colombiaans meisje tegen me te praten. Ik begreep haar niet en deed ook niet zo mijn best om haar te begrijpen en ze begon te lachen. Ik spreek nog altijd meer talen dan jij dacht ik, maar liet het. Uiteindelijk bleek ze wel aardig en kletsten we wat onderweg. In het hostel boekte ik een vliegticket terug naar Cartagena, van waar mijn sailtrip zou vertrekken naar Panama via de San Blas eilanden. Dinsdag had ik nog wat tijd om door de stad te lopen en wat dingen te kopen, zoals een selfiestick.. Niet voor mijn telefoon maar voor mijn nep go-pro. Ik sloot de dag af met Publito Paisa, een heuvel in de stad waarvan je een mooi uitzicht over de stad hebt. Het was aan het onweren in de verte, maar dat weerhield me er niet van om juist naar een hoger punt te gaan. Ik genoot van het uitzicht en nam een koffie met een niet zo smakelijk klefferig cakeje. In de avond met Ron, een jongen die zo'n vijf jaar aan het reizen is, gegeten in een Colombiaans restaurantje. Toen ik terug kwam in het hostel was er een salsa les bezig waarvan ik de laatste stapjes nog mee kon pakken.

Reacties

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!